In januari 2012 kopte het Algemeen Dagblad op de voorpagina dat de gerechtsdeurwaarder cliënten financieel uit zou kleden door rente onjuist te berekenen.
De onafhankelijke toezichthouder BFT deed onderzoek naar deze bewering en concludeert in haar vandaag gepubliceerde rapport dat daar geen sprake van is.
Het Bureau Financieel Toezicht concludeert dat door gerechtsdeurwaarders verschillende software wordt gebruikt en verschillend wordt omgegaan met de manier van het afboeken van betalingen. Als gevolg hiervan constateert het BFT afwijkingen, maar dat er geen sprake is van een structurele en substantiële benadeling van schuldenaren. De verschillen in renteberekening zijn beperkt en zijn niet ten voordele gekomen van de gerechtsdeurwaarders
“De conclusie van de onafhankelijke toezichthouder dat er geen sprake is van benadeling van schuldenaren is duidelijk”, aldus de voorzitter van de KBvG, mr. John Wisseborn. “Het is algemeen bekend dat de werkprocessen op gerechtsdeurwaarderskantoren efficiënt zijn ingericht. De automatisering is een belangrijk onderdeel van onze kantoororganisaties en de juiste werking daarvan heeft dan ook een belangrijke plaats in onze kwaliteitsnormen”, zo licht Wisseborn toe.
Op grond van de kwaliteitsverordening kan het College Toetsing Gerechtsdeurwaarders aanwijzingen geven aan auditoren om specifieke aandacht te schenken aan de controle op de goede werking van de software, waaronder de renteberekening. De KBvG zal een dergelijke aanwijzing doen. “De automatisering moet natuurlijk gewoon goed werken en als er dingen fout zijn gegaan dan moet dat worden hersteld. Maar de juiste werking van de software is niet het enige dat belangrijk is”, vervolgt Wisseborn.
Hij licht toe dat er in wetgeving en jurisprudentie onduidelijkheid bestaat over de manier van het berekenen van samengestelde rente en de toerekening van betalingen aan rente bij een onbetaalde vordering. De KBvG heeft een groep van experts uit wetenschap, rechterlijke macht en juridische praktijk bijeen gebracht en gevraagd aanbevelingen te doen voor de beroepsgroep.
“Met de aanbevelingen van deze KBvG commissie Renteberekening geven wij een richtsnoer aan de gerechtsdeurwaarders hoe om te gaan met de imputatie van artikel 6:44 BW en de samenstelling van rente. Nu niemand anders daar duidelijkheid in brengt, nemen wij het voortouw”.
Bron: APS