Industriële bedrijven met een hogere kwaliteit van het management presteren beter. Een hoge productiviteit en meer internationale activiteiten van het bedrijf gaan vaak samen met een hogere managementkwaliteit van de leiding. Dit blijkt uit gezamenlijk onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen en het CBS, op aanvraag van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De kwaliteit van het management van een representatieve groep van ongeveer 450 grotere industriële bedrijven is in 2018 gemeten door de Rijksuniversiteit Groningen en de Rabobank. Dit was de eerste Nederlandse studie in het kader van de World Management Survey, een internationale standaard op dit terrein. Het CBS heeft de enquêteresultaten gecombineerd met bedrijfseconomische gegevens van de betreffende bedrijven en informatie over hun hoogste baas, de CEO (Chief executive officer).
De resultaten laten een duidelijk positieve samenhang zien tussen de overall-kwaliteit van het management en de gemiddelde arbeidsproductiviteit. Met andere woorden, beter geleide bedrijven zijn gemiddeld productiever dan minder goed geleide bedrijven. Deze conclusie blijft staan wanneer rekening wordt gehouden met bijvoorbeeld de bedrijfsomvang en de bedrijfstak waarin het bedrijf actief is.
De indicator van managementkwaliteit is door de onderzoekers afgeleid uit interviews met het senior management van de bedrijven. De scores werden gedaan op specifieke onderdelen. De totaalscore van de kwaliteit loopt van 0 (zeer slecht) tot 5 (uitmuntend) en is opgebouwd uit deelscores op vier terreinen:

  1. de inrichting van werkprocessen en operaties;
  2. doelstellingen voor de lange termijn en de vertaling naar haalbare doelen voor de korte termijn;
  3. het verzamelen, analyseren en vertalen van prestatiedata voor het monitoren van de realisatie van de gestelde doelen;
  4. personeelsmanagement in brede zin.

De aangetoonde samenhang tussen managementkwaliteit en arbeidsproductiviteit van bedrijven blijkt het sterkst voor het terrein ‘monitoring van de realisatie van gestelde doelen’. Nader onderzoek is nodig om deze bevinding te duiden.

 

De kwaliteit van het management kon voor een deel van de onderzochte bedrijven ook worden gecombineerd met informatie over de CEO. Het blijkt dat de managementkwaliteit tot een bepaald salarisniveau positief samenhangt met het salaris van de CEO. Met andere woorden, beter betaalde topmanagers lijken tot op zekere hoogte ook beter te presteren. Het positieve verband lijkt te stagneren boven de 600 duizend euro: de managementkwaliteit bij bedrijven met een CEO die meer dan 600 duizend euro verdient, verschilt niet significant van die bij bedrijven met een CEO die 400 duizend tot 600 duizend euro verdient. Hierbij moet worden aangetekend dat de gevonden relatie wordt beïnvloed door allerlei factoren waar nu nog geen rekening mee is gehouden, zoals bedrijfsprestaties of andere karakteristieken van het bedrijf, dan wel eigenschappen van de CEO.

 

Ook hangt de managementkwaliteit samen met het aantal jaren dat de CEO leidinggeeft bij het bedrijf. De langstzittende CEO’s werken bij bedrijven met de laagste managementkwaliteit. Dit geldt zowel voor de totaalscore als voor de onderliggende terreinen. Vooral op het terrein van personeelsmanagement scoren de langstzittende CEO’s fors lager. De CEO’s die juist kort als bestuurder actief zijn, halen de beste scores. Uit aanverwant internationaal onderzoek is bekend dat de bedrijfsprestaties vaak minder worden naarmate CEO’s langer aan het roer staan.

 

Bron: CBS