Overheden moeten bij het terugvorderen van openstaande schulden bij burgers nauwer met elkaar samenwerken.
Dit om te voorkomen dat door een opeenstapeling van incasso-activiteiten de financiële problemen van burgers groeien en de schulden verder toenemen. Dit schrijft staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de zogeheten Rijksincassovisie die zij namens het kabinet vanmiddag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
In Nederland is de Rijksoverheid één van de grootste schuldeisers. In de praktijk heeft iemand die in de schulden zit vaak met meerdere overheidsorganisaties te maken. Elk van die instanties heeft een eigen aanpak en mogelijkheden om betalingsregelingen te treffen.
Klijnsma pleit er voor dat overheidsinstellingen in een zo vroegtijdig mogelijk stadium (persoonlijk) contact leggen met schuldenaren om afspraken over afbetalingen te maken. Dit type van maatwerk moet voorkomen dat er automatisch dwangincasso’s en deurwaarders met de bijbehorende kosten worden ingezet die mensen vervolgens niet kunnen aflossen.
Incasserende organisaties moeten hun gegevens uitwisselen zodat de betalingsmogelijkheden en omstandigheden van iemand met schulden beter vastgesteld kunnen worden. Voorkomen moet worden dat het geleverde maatwerk van de ene instantie teniet wordt gedaan door een dwangincasso van een andere partij, schrijft Klijnsma.
Beslagvrije voet
Voor een beter afgestemde rijksincasso is vereenvoudiging van de regels rond de beslagvrije voet essentieel. Door de aanstaande vereenvoudiging wordt de hoogte van de afloscapaciteit makkelijker te berekenen. De beslagvrije voet moet borgen dat er altijd genoeg geld overblijft om van te kunnen leven. Nu is de berekening daarvan nog van zoveel factoren afhankelijk dat de beslagvrije voet in de praktijk soms te laag wordt vastgesteld.
Uitgangspunt is dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor het nakomen van hun financiële verplichtingen, maar bij mensen die daar niet toe in staat zijn is het belangrijk dat overheidsorganisaties goed contact hebben met (schuld)hulpverleners.
In het zogenoemde beslagregister kunnen gerechtsdeurwaarders sinds 1 januari 2016 zien of en zo ja welke beslagen bij een schuldenaar liggen. Zo kunnen zij de afloscapaciteit van de schuldenaar en de te hanteren beslagvrije voet beter op elkaar afstemmen. Het kabinet streeft er naar om ook de verschillende overheidsorganisaties op het beslagregister te laten aansluiten.
De Rijksincassovisie van staatssecretaris Klijnsma is in nauw overleg met de ministeries van Veiligheid en Justitie, Financiën, VWS en EZ tot stand gekomen. Uitvoeringsorganisaties als de Belastingdienst, UWV, het Centraal Justitieel Incassobureau en Zorginstituut Nederland zijn bij de totstandkoming betrokken. Ook van de expertise van landelijke organisaties als de VNG en NVVK is gebruik gemaakt.
Download hier de Kamerbrief over de Rijksincassovisie
Bron: Rijksoverheid.nl