Het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens was in het eerste kwartaal van dit jaar 1,7 procent hoger dan een jaar eerder. De toename is vooral toe te schrijven aan een stijging van de beloning van werknemers, door hogere cao-lonen en meer gewerkte uren. De hypotheekschuld groeide met 3,3 miljard euro ten opzichte van een kwartaal eerder, naar 816,6 miljard euro. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de financiën van huishoudens.
Beloning werknemers draagt meest bij aan stijging huishoudinkomen
Het inkomen van zowel werknemers als zelfstandigen lag hoger dan in het eerste kwartaal van 2022. De totale beloning van werknemers groeide met 7,7 procent. Het aantal gewerkte uren groeide met 2,2 procent, terwijl de cao-lonen 5,4 procent hoger waren. Het gemengd inkomen lag 12,7 procent hoger. Dit komt vooral door de grotere toegevoegde waarde als gevolg van prijsstijgingen in de gehele economie.
De stijging van het totaal aan ontvangen uitkeringen bedroeg 11,1 procent. Dat komt vooral doordat uitkeringen vaak zijn gekoppeld aan het minimumloon, dat per 1 januari 2023 met ruim 10 procent toenam. Daarnaast stegen de uitkeringen ook extra sterk door indexatie van pensioenen. Huishoudens betaalden 4,4 procent meer belastingen en sociale premies. Om tot het reëel beschikbaar inkomen te komen, wordt het netto beschikbaar inkomen gecorrigeerd voor prijsstijgingen.
Hypotheekschuld neemt toe, schuldquote daalt
In het eerste kwartaal van 2023 nam de woninghypotheekschuld toe met 3,3 miljard euro vergeleken met een kwartaal eerder. De hypotheekschuld loopt minder sterk op dan vorig jaar doordat de huizenprijzen dalen en er minder woningen worden verkocht. Doordat de economie harder groeide, nam de hypotheekschuld als percentage van het bbp af; van 84,8 procent in het vierde kwartaal van 2022 naar 83,2 procent in het eerste kwartaal van 2023. Dit is het laagste niveau na het vierde kwartaal van 2002.
Bron: CBS