Belastingmaatregelen hadden in januari 2019 een opwaartse druk op de prijzen. In welke mate de stijging van deze kosten wordt doorberekend in de uiteindelijke consumentenprijzen is niet bekend. Van de prijsstijging in januari 2019 van 2,2 procent kan maximaal 1,2 procentpunt veroorzaakt zijn door een verhoging van de belastingen. Dat blijkt uit de consumentenprijsindex van het CBS.
De consumentenprijsindex (CPI) geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dagelijkse boodschappen, kleding, benzine, huur en verzekeringspremies. Voor de berekening van de invloed van de veranderingen in de tarieven van product- en consumptie gebonden belastingen (zoals btw en energiebelasting) wordt de zogenoemde afgeleide CPI gebruikt. De afgeleide CPI geeft antwoord op de vraag wat de prijsontwikkeling zou zijn geweest, als geschoond wordt voor wijzigingen in belastingtarieven. Het verschil tussen de prijsontwikkeling van de CPI en de afgeleide CPI geeft dus aan hoe groot het maximale effect van belastingwijzigingen is.
Opwaartse druk op prijzen
De consumentenprijzen zijn in januari 2019 met 2,2 procent gestegen. Dat is de hoogste stijging na september 2013. Belastingmaatregelen hadden een opwaartse druk op de prijzen. Alleen in 2013 was de opwaartse druk van belastingwijzigingen op de stijging van de consumentenprijzen hoger. Toen werden er na de verhoging van het hoge btw-tarief in oktober 2012 ook andere belastingwijzigingen doorgevoerd.
Verhoging btw
De belastingmaatregel met de potentieel grootste opwaartse druk op de stijging van de consumentenprijzen was de aanpassing van het lage btw-tarief van 6 naar 9 procent. Ruim 22 procent van de consumptieve bestedingen valt onder het lage btw-tarief, zoals de bestedingen aan voeding, consumpties in restaurants en openbaar vervoer.
De aanpassing van het lage btw-tarief houdt in dat voor iedere 100 euro aan boodschappen, waarop het lage btw-tarief van toepassing is, 2,83 euro meer aan btw moet worden betaald. Of de consument deze kostenstijging terugziet, is ook afhankelijk van andere factoren zoals inkoopkosten, personeelskosten en marges.
Energie flink duurder
De prijzen van energie stegen ook flink. In januari was elektriciteit ruim 20 procent duurder dan een jaar eerder. Gas was in januari ruim 15 procent duurder dan vorig jaar. De verhoogde energiebelasting had een opwaartse druk op de prijzen. Naast deze belasting gingen ook de leveringskosten omhoog. Aanstaande zaterdag publiceert het CBS hoeveel de consument gemiddeld betaalt aan energie.
Ook andere belastingen omhoog
In januari gingen ook andere belastingen omhoog. Zo stegen onder meer de belasting op leidingwater en de motorrijtuigenbelasting. Gemeentelijke heffingen gingen omhoog en ook de accijnzen op autobrandstoffen en tabak stegen. Op een liter euroloodvrij van 1,55 euro werd in januari 1,06 euro belasting geheven. Sigaretten werden in januari echter niet duurder omdat winkels nog oude voorraden verkochten.
Aan de andere kant gingen er ook een aantal belastingen omlaag. Zo werden sommige sporten vrijgesteld van btw en ging de hondenbelasting omlaag.
Bron: CBS
Gerelateerd nieuws:
CBS: “Consumentenprijzen in januari 2,2 procent hoger”
Visualisatie: Prijzendashboard