De Belastingdienst heeft vandaag uitspraak gedaan in de zogenaamde massaal bezwaarprocedures box 3 over de jaren 2017 t/m 2020 in reactie op een arrest van de Hoge Raad. In de uitspraak staat dat alle ruim 200.000 bezwaarschriften die bij deze massaal bezwaarprocedures horen, gegrond worden verklaard. Het is op dit moment nog niet duidelijk welke mensen geld terugkrijgen, hoeveel en wanneer precies. Dit is een ingewikkeld vraagstuk waar het kabinet zorgvuldig naar wil kijken. Doel is hierover te beslissen bij de Voorjaarsbesluitvorming die rond begin mei plaatsvindt.
Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de manier waarop vermogen in box 3 wordt belast in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en in die zaak direct rechtsherstel geboden. Volgens de Hoge Raad mag alleen het werkelijk rendement op het vermogen belast worden, maar er is niet aangegeven hoe dit precies moet worden bepaald.
Aanslagen
De uitspraak heeft een grote impact, budgettair en voor de uitvoering. Het arrest geldt ook– tot aanvullende wetgeving ingaat – voor 2021 en verder. Er worden daarom op dit moment geen definitieve aanslagen verstuurd aan de mensen met box 3 vermogen. Dit geldt niet als een aanslag dreigt te verjaren of als er een belang is voor de belastingplichtige. Deze aanslagen worden hersteld zodra er duidelijkheid is, en mensen worden hierover dan door de Belastingdienst geïnformeerd.
In afwachting van verdere besluitvorming wordt belastingplichtigen gevraagd de voorlopige aanslagen over 2022 te betalen. Ook wordt hen gevraagd gewoon aangifte over 2021 te doen, ook over hun vermogen. Doordat pas later wordt besloten over de oplossing, zullen de definitieve aanslagen 2021 bij mensen met box 3 vermogen waarschijnlijk later dan de normale datum van 1 juli worden opgelegd. Zij krijgen hierover bericht. Bij het vaststellen van de definitieve aanslag zal uiteraard rekening worden gehouden met het arrest.
Toekomst
Terwijl wordt gewerkt aan herstel, kijkt het kabinet ook vooruit. Het kabinet wil een nieuw stelsel invoeren, op basis van werkelijk rendement. Dit kan op z’n vroegst vanaf 2025 ingaan. Om dit te kunnen doen zijn gegevens nodig van onder andere banken en verzekeraars én de systemen van de Belastingdienst moeten worden aangepast. Voor de tussenliggende jaren tot 2025 werkt het kabinet aan aanpassingen via spoedwetgeving. Het kabinet stuurt voor 1 april nog een richtingennotitie voor de hersteloperatie aan de Tweede Kamer.
Bron: Rijksoverheid