De Eerste Kamer heeft op 15 december ingestemd met het pakket Belastingplan 2021. Dit betekent dat er vanaf volgend jaar een flink aantal belastingmaatregelen veranderen. Hierna treft u een overzicht aan van de belangrijkste wijzigingen, het volledige overzicht vindt u hier. Als u in een paar minuten wil weten wat de wijzigingen voor u betekenen, ga dan naar de ‘wat betekent dit voor mij’ tool van Wijzer in Geldzaken.
Overdrachtsbelasting
Het kabinet verbetert de toegang voor starters tot de woningmarkt. Vanaf 2021 betalen woningkopers jonger dan 35 jaar, die een huis kopen en daar zelf in gaan wonen, eenmalig geen overdrachtsbelasting. Dat scheelt hen 2% van de aankoopprijs. Vanaf 1 april 2021 geldt de aanvullende voorwaarde dat de woning niet duurder mag zijn dan € 400.000. Kopers van 35 jaar of ouder die in de woning gaan wonen betalen 2%. Andere kopers, zoals beleggers, gaan 8% betalen.
Sparen
Spaarders en kleine beleggers met een vermogen tot € 50.000 (of € 100.000 met fiscaal partner) betalen vanaf 2021 geen belasting meer over dat vermogen. Het tarief van de belasting gaat wel iets omhoog van 30% naar 31%. Het aantal kleine spaarders en beleggers dat box 3-belasting betaalt daalt hierdoor met bijna 1 miljoen mensen. En het betekent dat iedereen met spaargeld of belegd vermogen tot € 220.000 (of € 440.000 met fiscaal partner) daarover minder belasting gaat betalen.
Heffingskortingen
Door de verhoging van de arbeidskorting uit 2022 een jaar naar voren te halen, gaat werken komend jaar meer lonen. Zowel werknemers als zelfstandigen profiteren hiervan. Deze verhoging komt bovenop een al eerder geplande verhoging voor 2021. De algemene heffingskorting gaat € 126 omhoog. In 2021 daalt het basistarief in de inkomstenbelasting van 37,35% naar 37,10%. Tot slot wordt ook de ouderenkorting verhoogd.
In 2021 gaat de maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) met € 66 omlaag naar € 2.815. Door een uitspraak van de Hoge Raad krijgt een ruimere groep co-ouders recht op de IACK. Om de IACK betaalbaar te houden, verlaagt het kabinet daarom eenmalig deze korting in 2021.
Belastingen voor het klimaat
Internationaal vliegen wordt in tegenstelling tot de auto, bus of trein nu niet belast, maar levert tegelijkertijd wel een bijdrage aan de (wereldwijde) uitstoot. Daarom wordt per 1 januari 2021 een vliegbelasting ingevoerd. Luchthavens zullen dan per passagier die vanaf een Nederlandse luchthaven vertrekt, de belasting aan de luchtvaartmaatschappij in rekening brengen. Het tarief van de vliegbelasting voor 2021 is nu na correctie voor inflatie definitief vastgesteld op € 7,845.
Ook de CO2-heffing voor de industrie gaat in. De heffing stimuleert bedrijven op verstandige wijze om te verduurzamen.
De overheid stimuleert milieuvriendelijker rijden. De CO2-grenzen en tarieven in de bpm voor personenauto’s worden per 1 januari 2021 aangescherpt passend bij de technologische ontwikkeling van personenauto’s.
Aanpak belastingontwijking
Belastingontwijking wordt volgend jaar verder aangepakt. Zo gaat de bronbelasting op rente en royalty’s in. Met deze bronbelasting van 25% worden betalingen naar landen die geen of te weinig belasting heffen door Nederland belast en wordt ook de doorstroom via ons land tegengegaan.
Intermediairs zoals belastingadviseurs, accountants en financiële instellingen zijn vanaf 1 januari 2021 verplicht om grensoverschrijdende constructies die gebruikt kunnen worden om belasting te ontwijken bij de Belastingdienst te melden. Dit zijn fiscale constructies waarbij inwoners van verschillende landen zijn betrokken en die mogelijk gebruikt kunnen worden om belasting te ontwijken.
Multinationals zullen eerlijker worden belast, met oog voor het vestigingsklimaat. Juist in economisch zware tijden is het belangrijk dat sommige bedrijven niet méér mogelijkheden hebben om hun belastingdruk te verlagen dan andere. Het verrekenen van verliezen bij bedrijven wordt daarom per 2021 beperkt.
MKB
Meer MKB-bedrijven gaan in de komende jaren het lagere vpb-tarief betalen. Vanaf 2021 geldt het lage tarief van 15% voor winsten tot € 245.000 in plaats van € 200.000.
De zelfstandigenaftrek wordt de komende jaren stapsgewijs afgebouwd. Per 1 januari 2021 wordt de zelfstandigenaftrek daarbij verlaagd van € 7.030 naar € 6.670. Hiermee wil het kabinet de fiscale verschillen tussen zelfstandigen en werknemers kleiner maken.
BIK
Het kabinet stimuleert bedrijven om investeringen te doen met een nieuwe investeringskorting, de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK). Deze tijdelijke regeling zorgt ervoor dat bedrijven ook in deze tijden blijven investeren in bijvoorbeeld nieuwe machines.
De regeling geldt voor investeringen in 2021 of 2022. Bij grote investeringen in een jaar is de korting tot € 5 miljoen 3,9%, daarboven 1,8%. Bedrijven kunnen de investeringskorting verrekenen met de af te dragen loonheffing. De mogelijkheid om als ‘fiscale eenheid’ gebruik te maken van de BIK, gaat pas later in. De Europese Commissie moet dit specifieke onderdeel nog goedkeuren. Als na deze goedkeuring de mogelijkheid om als ‘fiscale eenheid’ gebruik te maken van de BIK gaat gelden, is dit met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021. Als die goedkeuring onverhoopt niet komt, zullen de percentages van de BIK met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 worden verhoogd. Bij grote investeringen in een jaar wordt de korting tot € 5 miljoen in dat geval 5%, daarboven 2,08%.
Bron: Rijksoverheid