Het ontwerpadvies Sociaal-Economisch Beleid 2021-2025 van de Sociaal-Economische Raad (SER) biedt waardevolle aanknopingspunten voor een nieuw kabinet, met name bij het terugdringen van de doorgeschoten flexibilisering van de arbeidsmarkt. DNB, vertegenwoordigd in de SER, heeft daarom ook dit SER-advies gesteund. Voor de toekomst vraagt de verdere vergroting van de wendbaarheid van het vaste contract om aanvullend beleid, in lijn met het eerdere advies van de commissie-Borstlap.
Veel werkenden ongewild langdurig in flexibele schil
De Nederlandse arbeidsmarkt presteert goed op veel indicatoren, zeker in internationaal perspectief (zie DNB Analyse). Dat neemt niet weg dat er ruimte is voor verbeteringen, die ook helpen om de krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken. Institutionele verschillen tussen werknemers met een vast contract, met een flexibel contract en zzp’ers hebben de afgelopen decennia in belangrijke mate bijgedragen aan een sterke groei van flexibele arbeid. De schotten tussen deze verschillende arbeidsvormen belemmeren de doorstroom van werkenden naar een vast contract, met het risico dat een steeds groter deel van de werkenden ongewild langdurig verblijft in de flexibele schil.
Het onlangs gepresenteerde advies van de SER zet belangrijke stappen om de doorgeschoten flexibilisering van de arbeidsmarkt terug te dringen. Op veel punten sluit het advies aan op de voorstellen die eerder door de commissie-Borstlap zijn gedaan. Het speelveld wordt gelijker en financiële prikkels om structurele werkzaamheden via flexconstructies uit te voeren, worden afgebouwd. Flexibel werk blijft beschikbaar, maar wordt wel meer gereguleerd. De voorstellen beperken de mogelijkheden om met flexwerk te concurreren op arbeidsvoorwaarden. Zo wordt permanent tijdelijk werk bij dezelfde werkgever onmogelijk, het uitzendcontract minder flexibel en de zelfstandigenaftrek verder afgebouwd. Oproep- en nulurencontracten worden vervangen door basiscontracten met een voorspelbaar loon. Met deze maatregelen kan het nieuwe kabinet aan de slag om flexibele arbeid te beperken.
Drempel voor vast contract blijft hoog
Het SER-advies laat het vaste contract in grote lijnen ongemoeid. Werkgevers krijgen wel de mogelijkheid om de arbeidsduur te verlagen als de bedrijfseconomische omstandigheden daarom vragen. Bij een voltijdsbaan gaat het dan om een dag per week. Het loon wordt daarbij volledig doorbetaald en voor 75% van de loonkosten over de verlaagde arbeidsduur is de werkgever verzekerd door het Rijk. De loondoorbetalingsverplichting bij ziekte in het tweede jaar wordt in stand gehouden, weliswaar met meer ruimte voor re-integratie bij een andere werkgever. Dit wordt met name door MKB-ondernemers vaak als grote belemmering voor het aanbieden van een vast contract. Ondanks de voorstellen om de interne wendbaarheid voor bedrijven te vergroten, blijft de drempel voor werkgevers om een vast contract aan te bieden hoog.
Betere balans tussen vast en flexibel werk
Bij de arbeidsmarkt van de toekomst draait het om het vinden van de juiste balans. Een goed functionerende arbeidsmarkt biedt voldoende flexibiliteit aan bedrijven om schokken op te vangen, terwijl tegelijkertijd rekening wordt gehouden met de verdeling van risico’s en zekerheden tussen werkenden, bedrijven en de overheid. Het SER-advies is een belangrijke stap voorwaarts en bevat aanbevelingen om de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken. Daarbij is echter vooral de route gevolgd van het zekerder maken van flexibele arbeid. Het is aan te bevelen om bij het wendbaarder maken van het vaste contract dus nog aanvullende stappen te zetten.
Om het aanbieden van een vast contract aantrekkelijker te maken voor werkgevers, adviseert de commissie-Borstlap verkorting van de verplichte loondoorbetaling bij ziekte, vergroting van de interne wendbaarheid van werknemers, eenvoudiger ontslagbescherming en minder stapeling van werkgeversverplichtingen. DNB kan zich goed vinden in deze voorstellen, maar beseft dat aanpassingen aan het vaste contract bijzonder gevoelig liggen. De uiteindelijke keuze moet worden gemaakt door een nieuw kabinet in goed overleg met de sociale partners. Zolang het vaste contract voor werkgevers potentieel inflexibel, kostbaar en risicovol blijft, zal er druk blijven bestaan in de richting van meer flexibilisering. Zo beschouwd is het handen en voeten geven aan meer wendbaarheid in het vaste contract de beste manier om de nu geboekte winst bij het flexibele contract te waarborgen.
Bron: DNB