- Zo’n 20% onderkent het verlies van biodiversiteit als risico voor de continuïteit
- Nederlandse bedrijven transparanter in niet-financiële prestatie dan buitenlandse ondernemingen
- Gebrek aan uniforme verslaggevingsstandaard beperkt vergelijkbaarheid
Bedrijven beschouwen het verlies aan natuur en biodiversiteit wereldwijd nauwelijks als een potentieel risico voor de continuïteit van de onderneming. Van de bedrijven in sectoren die veel risico lopen, zoals de bouw, de (metaal)industrie en detailhandel, onderkent iets meer dan 20% dat de verstedelijking, de toenemende ontbossing en de klimaatverandering een gevaar vormen voor het voortbestaan. Nederlandse bedrijven doen het in dit opzicht iets beter. Zo’n 30% maakt in de verslaggeving duidelijk dat het verlies aan natuur en biodiversiteit een risico vormt. Dit blijkt uit de Survey of Sustainability Reporting 2020, een internationaal onderzoek van KPMG naar de mate waarin de grootste bedrijven in de wereld inzicht geven in hun hun niet-financiële prestaties en de risico’s die zij lopen als gevolg van de klimaatverandering. Het onderzoek is in ruim vijftig landen uitgevoerd onder de honderd grootste bedrijven in die landen. “Biodiversiteit is op de lange termijn essentieel voor het voortbestaan van iedere onderneming”, zegt Danielle Landesz, partner Non-financial Assurance bij KPMG. Landesz: “Bedrijven zijn afhankelijk van de natuurlijke bronnen en haar ecosystemen, niet alleen voor grondstoffen en productieprocessen, maar ook voor het behoud van bodem-, lucht- en waterkwaliteit. Het is dan ook van cruciaal belang dat zij de risico’s die het verlies aan biodiversiteit met zich meebrengt doorgronden en inzichtelijk maken. Dat geldt overigens ook voor de impact die de eigen bedrijfsvoering heeft op de biodiversiteit. De snelheid waarmee de wereld haar biodiversiteit verliest, is echter alarmerend. Bovendien zal de biodiversiteitscrisis, naast de klimaatcrisis, in de komende jaren alleen maar verergeren en ondernemingen hard gaan raken.”
Nederlandse bedrijven steeds transparanter in niet-financiële prestatie
Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat Nederlandse bedrijven steeds meer inzicht geven in gevolgen die de bedrijfsvoering heeft op milieu en maatschappij. Bijna 90% van de grootste honderd bedrijven in Nederland geeft in haar verslaggeving inzicht in de gevolgen van de bedrijfsvoering op hun omgeving en andersom, de gevolgen van een veranderende omgeving op de bedrijfsvoering. Vergeleken met andere landen in de wereld zijn Nederlandse bedrijven transparanter in hun niet-financiële prestaties dan andere ondernemingen. Van de grootste bedrijven in andere landen geeft bijna 80% inzicht in de gevolgen van de bedrijfsvoering voor de omgeving. Bij steeds meer Nederlandse bedrijven maakt ‘sustainability reporting’ bovendien onderdeel uit van het (financieel) jaarverslag. Bijna 75% van de Nederlandse bedrijven heeft de niet-financiële prestaties opgenomen in het jaarverslag. In 2017 was dit nog 65%. Landesz: “Het relatief hoge percentage Nederlandse bedrijven dat niet-financiële verslaggeving heeft geïntegreerd in het jaarverslag is met name een gevolg EU-wetgeving. Organisaties van openbaar belang (PIEs) met meer dan vijfhonderd werknemers zijn verplicht om in het jaarverslag te rapporteren over niet-financiële aspecten. Dat geldt overigens ook voor de andere landen die hierop hoog scoren.”
Uniforme rapportagestandaard en wetgeving ontbreken
Hoewel de EU-richtlijn een aantal verplichte elementen verplicht stelt, is de mate van voorschreven diepgang en detail volgens Landesz Campen vooralsnog beperkt. Landesz: “Door het ontbreken van een uniforme rapportagestandaard en bijbehorende wettelijke basis, is de vergelijkbaarheid tussen bedrijven nog onvoldoende mogelijk. Daarnaast, gaat de groei van het aantal geïntegreerde verslagen, waarin financiële en groene cijfers samengaan, langzaam. Wereldwijd claimt 15% van de bedrijven dat zij ‘geïntegreerde verslaggeving’ toepassen. In Nederland ligt dit percentage met 26% wel iets hoger. Nederlandse bedrijven laten hun niet-financiële prestaties steeds vaker verifiëren door een externe partij om de betrouwbaarheid en kwaliteit van gerapporteerde informatie te vergroten. Externe assurance vindt bij bijna 70% van de bedrijven plaats, een aanzienlijke stijging ten opzichte van het percentage van 61% in 2017. Van de grootste bedrijven in andere landen vraagt ongeveer de helft assurance door een derde partij.”
Bron: KPMG