Het bruto binnenlands product (bbp) is een maat voor de omvang van de economie. De volumeverandering van het bbp in een bepaalde verslagperiode is de maatstaf voor de groei (of krimp) van de economie. Het bbp is een van de vele indicatoren om de welvaart van een land te kunnen bepalen.
Verschillen in bbp per inwoner in de EU kleiner
De verschillen in bbp per inwoner tussen de EU-landen zijn in de loop der jaren kleiner geworden. Vooral in de Baltische landen van de Unie is het bbp dichter naar het gemiddelde gegroeid. In 1995 was het bbp per inwoner in Estland, Letland en Litouwen nog ongeveer een tiende van het EU-gemiddelde. Dankzij de sterke economische groei is dit aandeel in 2020 gestegen tot 52 procent (Letland) en 69 procent (Estland) van het gemiddelde. Tussen 1995 en 2020 is het bbp per inwoner over de gehele EU gezien verdubbeld.
Ierland heeft de afgelopen decennia een flinke inhaalslag gemaakt. In 1995 stond Ierland nog op de elfde plek en nam daarna wisselend de tweede en derde plek in. Tussen 2010 en 2020 is het bbp per inwoner zelfs verdubbeld. Voor Ierland geldt dat het hoge bbp per inwoner deels te maken heeft met fiscale regels voor internationale bedrijven.
Beschikbaar inkomen huishoudens
Een hoog bbp gaat vaak gepaard met een hoog beschikbaar inkomen. Toch is de ranglijst van het beschikbaar inkomen per inwoner niet exact gelijk aan die van het bbp per inwoner. Van de EU-landen, waarvan de cijfers van 2019 beschikbaar zijn, neemt Nederland de vijfde plek in. Luxemburg (overigens op basis van het cijfer over 2018), Duitsland en Oostenrijk zijn de drie landen met het hoogste beschikbaar inkomen per huishouden. België staat net boven Nederland. Ierland neemt bij deze indicator de tiende plek in.
Nederland draagt 6 procent bij aan Europees bbp
Nederland droeg in 2020 6 procent bij aan het bruto binnenlands product van de Europese Unie en is daarmee de vijfde economie van de Europese Unie. Het Nederlandse bruto binnenlands product (bbp) bedroeg in 2020 800 miljard euro. Na jaren van groei was er in 2020 sprake van een krimp. Door de coronacrisis kromp de Nederlandse economie in volume met 3,8 procent ten opzichte van een jaar eerder. De grootste economieën van de huidige Europese Unie zijn Duitsland (25,1 procent), Frankrijk (17,3 procent) en Italië (12,4 procent). Spanje neemt met een aandeel van 8,4 procent de vierde plek in. Samen hebben de vijf grootste EU-economieën een aandeel van bijna 70 procent.
Bron: CBS