De regeringsleiders van de G20 landen hebben vandaag in Seoul het hervormingspakket van het Bazels Comité voor het bankentoezicht bekrachtigd. Dit pakket aan maatregelen is het antwoord van het Comité op de crisis en betekent een substantiële versteviging van het toezicht wereldwijd. 'Een grote stap voorwaarts', zegt DNB-president Nout Wellink, tevens voorzitter van het Bazels Comité in een vraaggesprek.
Wat houden de nieuwe kapitaaleisen in en waarom zijn deze nodig?
Banken moeten meer kapitaal gaan aanhouden, hogere buffers dus voor als het mis gaat, en bovendien moet dat kapitaal van hoge kwaliteit zijn. Het moet meer dan voorheen zoveel mogelijk bestaan uit aandelenkapitaal en reserves, zodat bij grote verliezen niet allerlei derden beslag kunnen leggen op dit kapitaal. Aandelenkapitaal en reserves staan permanent tot de beschikking van de bank, kennen geen contractuele uitkeringen en voldoen hier dus aan. Dit in tegenstelling tot allerlei vormen van kapitaal die eerder wél meetelden in de buffer maar die als het puntje bij het paaltje kwam minder waard bleken dan we dachten. Verder moeten banken tegenover complexe activiteiten en producten, zoals securitisaties en ingewikkelde handelsboekproducten, ook meer reserves aanhouden. Eventuele verliezen die bij dit soort activiteiten optreden kunnen dan uit deze reserves worden gedekt.
Wat merken de banken hiervan en wat merk ik er als consument uiteindelijk van? Kan ik als consument of als ondernemer nog wel gemakkelijk krediet krijgen? En wat is de schade aan de economische groei?
De consument en ondernemer zullen vooral in de overgangsfase merken dat banken zich aanpassen aan Bazel III. Banken zullen hun eigen vermogen proberen aan te vullen, bijvoorbeeld door vergroting van rentemarges. Dit kan leiden tot lagere rentes op spaarrekeningen en hogere rentetarieven voor leningen. Ook kunnen hogere kapitaaleisen leiden tot strengere voorwaarden bij het verlenen van een krediet. Maar als de banken eenmaal hun buffers op een hoger niveau hebben gebracht, heeft dit ook merkbare voordelen. Banken met hogere buffers zijn beter in staat bedrijven en gezinnen door slechte tijden heen te helpen. Dat draagt bij aan een stabielere economische groei.
Zijn deze kapitaaleisen voldoende om een nieuwe crisis te voorkomen?
Je weet nooit precies hoe een volgende crisis eruit gaat zien, want een kenmerk van een crisis is altijd dat er onverwachte nieuwe dingen in zitten. Maar voor zover we nu weten hoe een volgende crisis eruit zal zien zeg ik: ja, met deze regels kunnen we een herhaling voorkomen. Maar het is wel een 'ja' met een voorbehoud. Er is namelijk nog veel meer te doen. De cruciale volgende stappen moeten nog worden gezet, en dan heb ik het over de implementatie bij de banken en de invulling die ook de toezichthouder aan de nieuwe regels gaat geven. Want hoe stevig de nieuwe standaarden ook zijn en hoe deze de stabiliteit en veerkracht van banken en het financiële systeem ook zullen verbeteren, zonder goede implementatie en zonder naleving onder dwang van de toezichthouder, op nationaal en in ons geval op Europees niveau, wordt dat doel niet bereikt.
Werd de noodzaak van nieuwe kapitaaleisen al ingezien voordat de crisis in alle hevigheid toesloeg? Of is er eerst altijd een crisis nodig?
Een crisis helpt altijd als je regels wilt aanscherpen, maar veel van de nieuwe elementen uit Bazel III stonden in feite al hoog op de agenda vóórdat de crisis in alle hevigheid losbarstte. Toen ik aantrad bij het comité in het najaar van 2006 hadden zaken als de aanscherping van de definitie van kapitaal en de leverage ratio al de revue gepasseerd bij de totstandkoming van Bazel II, de voorganger van wat er nu op tafel ligt. Maar het werk was vaak niet of nog maar nauwelijks opgestart, en dat gold bijvoorbeeld ook voor de nieuwe liquiditeitsstandaarden, die banken ertoe zullen dwingen voldoende liquide middelen aan te houden en zichzelf op een stabiele wijze te financieren. Nu maken ze wél onderdeel uit van Bazel III, en dat is een grote stap voorwaarts. Overigens hebben we in het Comité altijd gezegd dat Bazel II een 'living document' was, en dat zal wellicht ook met het nu voorliggende Bazel III-akkoord zo zijn: het zal in de toekomst aangepast moeten worden aan de financiële innovatie die in de markten plaatsvindt, dus aan alle nieuwe ontwikkelingen die we in de toekomst weer gaan zien. En dat was ook al zo: al vóór het uitbreken van de crisis hadden we bijvoorbeeld onze twijfels bij de toen geldende regels voor marktrisico en handelsboek, en toen al zijn we begonnen aan nieuwe regels voor marktrisico en complexe producten. In juli 2009 heeft het Bazels Comité een verzwaring aangekondigd van de solvabiliteitseisen voor complexe activiteiten en posities in het handelsboek. Deze nieuwe standaarden worden eind 2011 ingevoerd.
Wat waren de moeilijkste dossiers? Hoe heeft u uiteindelijk een compromis weten te bereiken? Welke tactiek heeft u daarbij gebruikt?
Het moeilijkst was het uitwerken van de standaarden voor liquiditeit, vooral omdat het hier volledig nieuwe wereldwijde standaarden betrof. Wij hadden ze wel in Nederland, maar in de rest van de wereld kwamen ze nog weinig voor. Het introduceren van een nieuwe set van standaarden is op zich al complex, maar voor de vereisten aan de liquiditeit is, anders dan voor de vereisten aan kapitaal waar we al ruime ervaring mee hebben, nog weinig informatie voorhanden waarmee we een aanvaardbaar niveau kunnen vaststellen. Het Comité wil zorgvuldig te werk gaan bij het afronden van dit onderdeel en heeft er daarom voor gekozen de nieuwe liquiditeitsstandaarden pas in te voeren na een observatieperiode. Tijdens deze periode zal de impact van de nieuwe standaarden in de gaten worden gehouden om er zeker van te zijn dat de uiteindelijke liquiditeitstandaarden zullen uitwerken zoals ze bedoeld waren.
Welk punt vindt u jammer dat niet is binnengehaald?
Innovaties gaan altijd sneller dan wetgevers en toezichthouders kunnen reageren, maw moet er binnenkort weer aan Basel IV worden gewerkt. Zoals gezegd geldt ook voor Bazel III dat het een ‘living document' is, en de kans is zeker aanwezig dat we snel weer achter de feiten aanlopen. Financiële innovaties gaan snel en het is heel goed mogelijk dat het raamwerk voor marktrisico, handelsboek en complexe producten op de middellange termijn niet meer up-to-date zal zijn. In dat verband kan ik bijvoorbeeld zeggen dat het Comité nu al weer werkt aan een fundamentele herziening van de eisen voor het handelsboek om uit te sluiten dat er arbitrage mogelijkheden aanwezig zijn tussen het handelsboek en het bankenboek. We willen er immers voor zorgen dat banken niet opnieuw de kans krijgen om via de mazen in de regels de kapitaaleisen te omzeilen.
Bron: De Nederlandse Bank