Nederlandse banken moeten rekening houden met een aanscherping van de internationale kapitaalsvereisten voor hypotheken.
Voorstellen van het Bazelse Comité om door standaardisatie kapitaalsvereisten meer vergelijkbaar te maken kunnen relatief stevig ingrijpen in Nederland door de hoge ‘loan-to-value ratio’s’ (ltv’s) van de Nederlandse hypotheekmarkt. Banken kunnen hierop inspelen door hun kernkapitaal alvast verder te versterken. Ondertussen zet De Nederlandsche Bank in het Bazels Comité voor het bankentoezicht in op een benadering die recht doet aan het risicoprofiel van de Nederlandse hypotheekportefeuilles.
Sinds de start van de financiële crisis zijn de financiële toezichteisen aan banken aanzienlijk verhoogd. Met de introductie van Bazel III zijn onder meer de kapitaaleisen in zowel kwantiteit als kwaliteit toegenomen, is een leverage ratio geïntroduceerd en zijn kwantitatieve eisen opgelegd aan de hoeveelheid aan te houden liquide middelen en lange termijn financiering. Een van de laatste stappen in de afronding van het post-crisis toezichtraamwerk is de herziening van de bepaling van risicowegingen van activa, welke de basis vormen voor de risicogewogen kapitaalsvereisten van banken.
Bepaling risicowegingen voor kapitaalsvereisten
Banken mogen interne modellen gebruiken voor de bepaling van het vereiste kapitaal, mits zij voldoen aan de voorwaarden van de toezichthouders. Een belangrijk voordeel van de interne modellen benadering is dat de kapitaalseisen hoger zijn naarmate het risicoprofiel van de instelling hoger is (‘risicosensitiviteit’). Ook stimuleert dit banken om hun kwantitatieve risicomanagement te versterken. Er zijn echter ook zwakke punten in de huidige invulling van deze benadering. Zo wordt banken aanzienlijke ruimte geboden voor bank-specifieke toepassing en is de transparantie over de verhouding tussen risico’s en de uitkomsten van de modellen beperkt.
Het alternatief voor de bepaling van het vereiste kapitaal is de standaardbenadering; een eenvoudigere, maar minder risicosensitieve, manier voor de bepaling van de risicowegingen.
Herzieningen standaardbenadering en interne modellen benadering
Het Bazelse Comité werkt op dit moment aan herzieningen van de standaardbenadering. Het doel daarbij is om de standaardbenadering meer risicosensitief te maken en gebruik van externe ratings te verminderen.
Daarnaast werkt het Bazels Comité op dit moment aan voorstellen die een antwoord moeten vormen op het gebrek aan vertrouwen in het gebruik van interne modellen door de banken. Belangrijke elementen hierin zijn verdere harmonisatie van interne modellen en meer transparantie over de uitkomsten van deze modellen. Zie in dit verband ook het antwoord van de minister van financiën op Kamervragen.
Kapitaalvloer
Naast directe verbeteringen van de interne modellen benadering is er een voorstel om de kapitaalsvereisten van banken die gebruik maken van de interne modellen benadering meer vergelijkbaar te maken: het Bazels Comité heeft begin april een consultatie afgerond waarin de financiële sector kon reageren op voorstellen om de risicogewogen activa op basis van interne modellen te onderwerpen aan een minimum (vloer). De voorgestelde vloer zal worden bepaald als percentage van de risicogewogen activa die zouden gelden onder de standaardbenadering.
Impact
De omvang van de impact van de verschillende voorstellen is nog niet duidelijk omdat de Bazelse voorstellen nog verder moeten worden afgerond. Maar de voorgestelde risicogewichten onder de herziene standaardbenadering in combinatie met de voorgestelde vloer zou de kapitaalsvereisten voor Nederlandse banken aanzienlijk kunnen verhogen.
Voor Nederlandse banken kan de impact aanzienlijk zijn, omdat de interne modellen benadering over het algemeen leidt tot lagere risicowegingen dan de standaardbenadering. Dit verschil is in het bijzonder groot voor Nederlandse hypotheekportefeuilles, doordat risicogewichten op basis van interne modellen relatief laag zijn vanwege beperkte kredietverliezen op Nederlandse hypotheekportefeuilles, terwijl de risicogewichten op basis van de standaardbenadering relatief hoog worden doordat deze in sterke mate afhankelijk worden van de ‘loan-to-value’ van hypotheken. De loan-to-value’s, de verhouding tussen de verstrekte hypotheek en de waarde van het onderpand, onder Nederlandse hypotheken zijn namelijk relatief hoog.
Ook voor Nederlandse banken die de standaardbenadering gebruiken voor de risicoweging van hypotheekportefeuilles zal een toenemend belang van loan-to-value’s voor de bepaling van risicowegingen kunnen leiden tot een verhoging van de kapitaalsvereisten.
Het is belangrijk om te komen tot kapitaalsvereisten die aansluiten bij de hoogte van de risico’s in de portefeuilles waarop zij van toepassing zijn. De Nederlandsche Bank zet in het Bazels Comité voor het bankentoezicht in op een benadering die recht doet aan het risicoprofiel van de Nederlandse hypotheekportefeuilles. Dat gezegd hebbende zal, zoals de naam al aangeeft, geen enkele internationale standaardbenadering geheel rekening kunnen houden met alle regionale verschillen in risicoprofielen.
Vervolg van het proces
Het Bazels Comité zal naar verwachting niet voor het einde van 2015 besluiten nemen over de herziening van de standaardbenaderingen en over de vloer. De Bazelse afspraken dienen als uitgangspunt voor de Europese Commissie om wetgeving op dit terrein voor te bereiden. Zo’n proces duurt doorgaans enkele jaren. Tot er meer duidelijk is over de uiteindelijke uitkomst van de herziening van kapitaalsvereisten, doen de banken er goed aan in hun strategie en bedrijfsvoering rekening te houden met een verhoging van kapitaalvereisten.
Bron: www.dnb.nl