De Nederlandse economie is sterk uit de coronacrisis gekomen, maar het beeld is aan het kantelen. Steeds meer huishoudens voelen de hoge inflatie in hun portemonnee, waardoor de consumptiegroei de komende kwartalen tot stilstand komt. Dit blijkt uit de nieuwste raming van het Centraal Planbureau, de concept-Macro-Economische Verkenning (cMEV). CPB-directeur Pieter Hasekamp: “Huishoudens merken de gevolgen van de hoge inflatie, en dat heeft zijn weerslag op de economie. Er is een groeiend aantal mensen dat nu al nauwelijks kan rondkomen en voor wie de energierekening onbetaalbaar dreigt te worden.” Deze raming is traditiegetrouw het uitgangspunt voor het kabinet voor de finale besluitvorming over de begroting van het komende jaar. Op Prinsjesdag presenteert het CPB de definitieve Macro-Economische Verkenning, waarin ook deze laatste besluitvorming is verwerkt.
Koopkracht hard onderuit, armoede neemt toe
Door de hoge inflatie en de daarbij achterblijvende loonstijging daalt de koopkracht in doorsnee 6,8% in 2022. Daarbij is er inflatie-ongelijkheid: hoe lager het inkomen, hoe sterker de financiële last van de inflatie wordt gevoeld. Het standaard koopkrachtbeeld is gebaseerd op de gemiddelde inflatie en houdt dus geen rekening met dit soort verschillen tussen huishoudens.
Het CPB publiceert voor het eerst een raming van de ontwikkeling van de armoede. De armoede neemt toe: door de inflatie is steeds meer geld nodig om aan de basisbehoeften te kunnen voldoen, terwijl de inkomens beperkt stijgen. Als gevolg hiervan stijgt de armoede in personen in 2023 tot 7,6%, voor kinderen is dat zelfs 9,5%. Net als voor de koopkrachtcijfers geldt dat deze cijfers de werkelijke problematiek nog onderschatten.
Bron: CPB