Dit kwartaalbericht geeft een overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt in het derde kwartaal 2017. Het bevat de eerste CBS-uitkomsten over de ontwikkeling in het aantal banen en het aantal vacatures in het derde kwartaal. Verder worden cijfers gepresenteerd over de werkzame en de werkloze beroepsbevolking in deze periode. Over de maanden juli tot en met september zijn eerder maandcijfers gepubliceerd, die nu aangevuld worden met meer gedetailleerde uitkomsten over het derde kwartaal, zoals het aantal langdurig werklozen en het onbenut arbeidspotentieel.
Samenvatting
In het derde kwartaal van 2017 is het aantal banen met 51 duizend toegenomen. Op jaarbasis is de banengroei de grootste sinds 2008. Ook het aantal vacatures nam in het derde kwartaal verder toe. En opnieuw waren er minder mensen werkloos. Hierdoor neemt de spanning op de arbeidsmarkt verder toe.
Sterkste toename banen sinds 2008
Het aantal banen groeit nu drieënhalf jaar op rij. In het derde kwartaal van 2017 kwamen er 51 duizend banen bij. Gemeten over de laatste vier kwartalen geeft dat een stijging van 223 duizend. Dat is de sterkste groei op jaarbasis sinds de periode van hoogconjunctuur in 2007-2008. De grootste stijging vond plaats in 2007, toen de banengroei opliep tot 335 duizend. Gemiddeld waren er in het derde kwartaal 10,2 miljoen banen. Daarbij zijn alle banen meegeteld, van werknemers en zelfstandigen, voltijd en deeltijd.
Vooral meer banen voor werknemers
De groei in het derde kwartaal betrof vrijwel alleen banen van werknemers. Daarvan kwamen er 49 duizend bij, waarmee het totaal op 8 142 duizend kwam. Dat is de hoogste stand ooit. Het aantal banen van zelfstandigen nam met 2 duizend toe tot 2 088 duizend.
Uitzendbranche blijft koploper
De helft van alle banen die er de afgelopen jaren per saldo zijn bijgekomen, kwam voor rekening van de uitzendbureaus. Daar deed zich in het derde kwartaal opnieuw de grootste groei voor (+22 duizend). Ook in de bedrijfstak handel, vervoer en horeca trok de werkgelegenheid het afgelopen kwartaal aan (+15 duizend), net als in de zorg (+6 duizend). Het laatste jaar kwamen er in de zorg 25 duizend banen bij, terwijl er in de daaraan voorafgaande jaren 70 duizend banen verloren gingen.
De aantrekkende economie leidt tot een toename van het aantal banen in de meeste bedrijfstakken. Alleen in de financiële dienstverlening verdwenen in het afgelopen kwartaal 2 duizend banen. In deze bedrijfstak gingen in tien jaar tijd al 66 duizend banen verloren (-22 procent).
Meer werknemers met (uitzicht op) een vast dienstverband
Het aantal werkenden is sinds het derde kwartaal van 2016 met 177 duizend toegenomen. Er waren vooral meer werknemers met uitzicht op een vaste baan (+77 duizend). Maar ook het aantal werknemers met een vast dienstverband nam toe. Hun aantal steeg in het afgelopen jaar met 57 duizend, de grootste stijging sinds begin 2009. De toename van het aantal werknemers met (uitzicht op) een vast dienstverband betrof merendeels voltijders.
Het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie, waartoe ook werknemers met uitzicht op een vaste baan worden gerekend, groeide in het afgelopen jaar met 98 duizend. Het aantal zzp’ers nam toe met 27 duizend.
Meer gewerkte uren
Werknemers en zelfstandigen werkten in het derde kwartaal in totaal 3,3 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 0,5 procent meer dan een kwartaal eerder. Per baan wordt gemiddeld 25 uur per week gewerkt. Omdat een substantiële groep meer dan één baan heeft, zijn werkenden gemiddeld 28 uur per week aan het werk, na aftrek van vakantie en ziekte.
Sinds het derde kwartaal van 2012 is het aantal gewerkte uren met 5,1 procent opgelopen. Tegelijkertijd steeg het aantal banen met 3,3 procent, zodat nu per baan bijna een half uur per week meer wordt gewerkt dan vijf jaar geleden.
Aantal vacatures stijgt verder
Het aantal openstaande vacatures steeg in het derde kwartaal 2017 met 9 duizend. Hierdoor waren er eind september 213 duizend openstaande vacatures. De toename was dit kwartaal iets kleiner dan in de voorgaande twee kwartalen, toen het aantal vacatures toenam met respectievelijk 13 duizend en 20 duizend. Inmiddels groeit het aantal vacatures al ruim vier jaar. Er zijn nu ruim twee keer zoveel vacatures als medio 2013, toen de laagste stand bereikt werd (91 duizend vacatures per eind juni 2013). Alleen in 2006-2008 waren er duidelijk meer vacatures dan nu. Het aantal vacatures liep toen op tot 249 duizend. In 2000 waren er net iets meer vacatures dan nu.
Meeste vacatures erbij in de zakelijke dienstverlening
In de meeste bedrijfstakken nam het aantal vacatures in het afgelopen kwartaal toe, het meest in de zakelijke dienstverlening (+2 duizend). Ook in de bouw, de zorg, de industrie en de handel kwamen er meer dan duizend vacatures bij. De handel is de bedrijfstak met de meeste vacatures; een vijfde van het totaal.
Voor de horeca, het openbaar bestuur, de handel en de zorg geldt inmiddels dat er nu meer vacatures zijn dan eind 2007, toen het totaal aantal vacatures zijn hoogste stand bereikte. Voor de handel geldt zelfs dat het aantal vacatures nog nooit zo hoog was als nu. Daarentegen bedraagt het aantal vacatures in de landbouw en visserij en financiële instellingen nog maar de helft van wat het toen was.
Vacaturegraad blijft gelijk
Ondanks een oplopend aantal vacatures bleef de vacaturegraad, het aantal vacatures per duizend banen van werknemers, stabiel in het afgelopen kwartaal. In vergelijking met een jaar geleden is de vacaturegraad wel gestegen; van 20 naar 26 vacatures op de duizend banen.
In de bedrijfstak informatie en communicatie is de vacaturegraad met 50 het hoogst. Al ruim drie jaar staat deze bedrijfstak bovenaan het lijstje. Wel is de vacaturegraad in deze bedrijfstak nu lager dan in het voorgaande kwartaal, doordat het aantal vacatures er iets is gedaald. Ook in de horeca en de bouwnijverheid is de vacaturegraad hoog. Daarentegen is de vacaturegraad het laagst in het onderwijs, met 10 vacatures per duizend banen.
Vacatures sneller vervuld
Het afgelopen kwartaal ontstonden 267 duizend nieuwe vacatures en werden er 258 duizend vacatures vervuld. Anders dan in het tweede kwartaal nam het aantal ontstane vacatures minder snel toe (+3 duizend) dan het aantal vervulde vacatures (+14 duizend). Dat duidt erop dat vacatures sneller vervuld worden.
Opnieuw minder werklozen
In het derde kwartaal van 2017 waren er, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 428 duizend personen zonder werk die direct beschikbaar waren en recent naar werk hebben gezocht. Dit is de werkloosheid volgens de definitie van de International Labour Organization (ILO). Dat zijn 25 duizend werklozen minder dan een kwartaal eerder. Daarmee was 4,7 procent van de beroepsbevolking werkloos.
Ook het aantal werklozen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, is verder afgenomen. In het derde kwartaal van 2017 waren er 153 duizend mensen langdurig werkloos. Dat zijn er 52 duizend minder dan een jaar eerder. Daarmee daalde het aandeel langdurig werklozen in de totale werkloosheid van 41 naar 38 procent.
Werklozen van 45 jaar of ouder vinden minder snel werk dan jongere werklozen. Van alle werklozen van 45 tot 75 jaar was 61 procent in het derde kwartaal van 2017 een jaar of langer op zoek naar werk. Onder 25- tot 45-jarige werklozen was dit 34 procent en onder jongeren tot 25 jaar 10 procent.
Stromen in en uit werkloosheid
In het derde kwartaal waren er meer werkenden die drie maanden eerder nog werkloos waren, dan werklozen die eerder nog werkten: 116 duizend werklozen vonden een betaalde baan, terwijl 78 duizend werkenden werkloos werden. Hierdoor verminderde het aantal werklozen met 38 duizend.
In dezelfde periode was het aantal mensen dat de arbeidsmarkt op kwam en werkloos werd groter dan het aantal werklozen dat de arbeidsmarkt verliet. Tegenover de 162 duizend personen die toetraden tot de arbeidsmarkt en geen baan vonden, stonden 149 duizend werklozen die zich terugtrokken van de arbeidsmarkt. Door deze netto instroom in de werkloosheid vanuit de niet-beroepsbevolking van 13 duizend en de netto uitstroom van werklozen naar werk van 38 duizend, daalde de werkloosheid tussen het tweede en derde kwartaal per saldo met 25 duizend.
Bijna 1,3 miljoen behoren tot onbenut arbeidspotentieel
De werkloosheidscijfers volgens de ILO-definitie omvatten niet alle mensen zonder werk die recent naar werk hebben gezocht of die direct zouden kunnen beginnen. Bovendien blijven deeltijdwerkers die meer uren willen werken buiten beschouwing. Het CBS brengt ook deze deelgroepen van het zogenoemde onbenut arbeidspotentieel in kaart.
In het derde kwartaal van 2017 bestond het totale onbenut arbeidspotentieel uit een kleine 1,3 miljoen mensen. Naast 408 duizend werklozen (niet-seizoensgecorrigeerd) ging het hierbij om 263 duizend mensen die direct beschikbaar waren voor werk, maar niet recent gezocht hebben en 162 duizend mensen die niet beschikbaar waren, maar wel gezocht hebben. De vierde en laatste groep die tot het onbenut potentieel wordt gerekend, bestaat uit 445 duizend onderbenutte deeltijdwerkers. In tegenstelling tot voorgaande groepen hebben zij wél betaald werk. Zij werken echter minder dan 35 uur per werk in de hoofdbaan, willen meer uren werken en zijn hier ook direct voor beschikbaar.
Aantrekkende arbeidsmarkt
Doordat het aantal vacatures oploopt, terwijl het aantal mensen dat werkloos is (ILO-definitie) afneemt, neemt de spanning op de arbeidsmarkt toe. Tegenover elke openstaande vacature staan nu gemiddeld 2,0 personen die geen betaald werk hebben maar daar wel direct voor beschikbaar zijn en ook recent gezocht hebben. Een jaar eerder waren dat er nog 3,2. Toch is de arbeidsmarkt nog niet zo krap als in 2008. Toen waren er per openstaande vacature 1,3 werklozen. De spanningsmeter arbeidsmarkt <<link >> van het CBS geeft nog steeds een aantrekkende arbeidsmarkt aan.
Bron: CBS