Goed nieuws voor starters en middeninkomens: met ingang van 1 april wordt de zelfwoonplicht ingevoerd in Amsterdam. Dit betekent dat huizenkopers worden verplicht om hun gekochte huis zelf te gaan bewonen, als de woning een WOZ-waarde heeft tot 512.000 euro. De eerste vier jaar mag het huis dus niet verhuurd worden. De gemeente hoopt zo meer betaalbare koopwoningen beschikbaar te maken.
Afgetroefd door vastgoedbeleggers
Starters en middeninkomens worden op de koopwoningmarkt in Amsterdam al jaren afgetroefd door vastgoedbeleggers. Op dit moment is zelfs één op de drie woningen in handen van particuliere beleggers, die veelvuldig woningen opkopen om vervolgens door te verhuren. Dit is een belangrijke oorzaak voor de schaarste in het aantal woningen in het lage- en middensegment en de snel stijgende huizenprijzen. De prijs van de gemiddelde koopwoning in onze hoofdstad is in de afgelopen 7 jaar meer dan verdubbeld.
Meer betaalbare koopwoningen
De gemeente Amsterdam hoopt met de zelfwoonplicht deze ontwikkeling te kunnen doorbreken. Door een WOZ-waarde tot 512.000 euro als grens te hanteren wordt straks ongeveer 60 procent van de koopwoningen in Amsterdam beschermd tegen opkoop. Volgens woonwethouder Jakob Wedemeijer maken starters en middeninkomens zo meer kans op een koophuis, omdat ze niet meer afgetroefd worden door beleggers die woningen opkopen en vervolgens tegen hoge prijzen verhuren. Hij stelt daarnaast dat woningen bedoeld zijn om in te wonen en niet als winstobject behoren te dienen.
Verhuurverbod komt vaker voor
Deze zelfwoonplicht, die per 1 april ingaat, is niet uniek. De gemeente Amsterdam voerde anderhalf jaar geleden al een soortgelijke zelfwoonplicht in voor nieuwbouwwoningen. Ook elders in het land wordt dit verhuurverbod ingezet: uit onderzoek van de Volkskrant van afgelopen november bleek dat 130 van de 352 Nederlandse gemeenten een zelfbewoningsplicht heeft ingevoerd voor nieuwbouw.
Uitzonderingen
Er zijn enkele uitzonderingen op de zelfwoonplicht. Een koophuis mag nog wel binnen de eerste vier jaar worden verhuurd aan directe familie, zoals ouders, kinderen, broers of zussen. Ook mag een woning tijdelijk worden verhuurd, bijvoorbeeld bij een verblijf in het buitenland.
Bron: Hypotheker