De Autoriteit Financiële Markten doet komend jaar vier themaonderzoeken naar de financiële verslaggeving van beursgenoteerde ondernemingen.
De AFM zal extra letten op beleggingen en kredieten met een hoog risico, het kasstroomoverzicht en voorzieningen. Dit zijn belangrijke onderdelen van jaarverslagen omdat ze essentiële informatie geven aan beleggers en andere belanghebbenden.
De AFM houdt toezicht op jaarverslagen van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. Het is de taak van de AFM vast te stellen of ondernemingen de regels voor financiële verslaggeving (IFRS) op de een juiste manier toepassen. De AFM beoordeelt doorlopend jaarverslagen en doet daarnaast jaarlijks ook aantal themaonderzoeken naar specifieke onderdelen van de verslaggeving. Deze thema’s worden opgesteld voordat de jaarrapporten bekend worden gemaakt zodat ondernemingen deze thema’s kunnen betrekken in de financiële verslaggeving.
De AFM bespreekt de vaststelling van de thema’s onder meer met de commissie Financiële Verslaggeving en Accountancy, waarin experts uit de markt zitting hebben. Daarnaast worden de thema’s besproken met de andere EU-toezichthouders op dit terrein. De conclusies uit de themaonderzoeken worden in de tweede helft van 2013 gepubliceerd. De themaonderzoeken leiden in het algemeen tot aanbevelingen op de verschillende onderdelen. Ook kan de AFM indien nodig individuele ondernemingen aanspreken op gebreken in de onderzochte jaarrekening. Hieronder een toelichting per thema.
1. Verslaggeving over kredietrisico’s uit beleggingen en vorderingen
In het huidige economische klimaat ziet de AFM de kredietrisico’s toenemen. Ondernemingen kunnen steeds vaker vorderingen niet innen. Financiële instellingen lopen hetzelfde verhoogde risico met uitstaande kredieten en beleggingen. Voor de beleggers is het van belang dat alle ondernemingen transparant zijn over deze kredietrisico’s en over wat ze doen om deze te beheersen. In de financiële verslaggeving moet een onderneming hierover transparant zijn. In het bijzonder willen beleggers weten in hoeverre de toegenomen kredietrisico’s van invloed zijn geweest op de waardering van belangrijke posten in de jaarrekening. Het is de tweede keer dat de AFM extra let op dit soort risico’s.
2. Kasstroomoverzicht
Naast het resultaat en de balans is het kasstroomoverzicht een belangrijk onderdeel van de jaarrekening. Het kasstroomoverzicht moet een ‘getrouw beeld’ geven van de inkomende en uitgaande kasstromen. De AFM heeft de afgelopen jaren geconstateerd dat het kasstroomoverzicht het onderdeel met de meeste onvolkomheden is. De operationele kasstroom wordt in sommige gevallen te hoog voorgesteld door onterechte verschuiving van of naar ‘overige kasstromen’.
Ook trof de AFM al voorbeelden aan waarbij onderdelen zijn opgenomen die niet in een kasstroomoverzicht horen, zoals het omzetten van leningen in aandelenkapitaal of eigen vermogen. Ook worden betalingen van rente en winstbelastingen soms onduidelijk weergegeven. Omdat (operationele) kasstromen voor beleggers belangrijke indicatoren zijn om te kunnen beoordelen hoe de prestaties van de onderneming hebben bijgedragen aan de financiële stand van zaken, krijgt dit onderdeel in 2013 extra aandacht in het toezicht van de AFM.
3. Voorzieningen
In financieel onrustige tijden neemt het belang van voorzieningen in de jaarrekening toe. Het is toegestaan rekening te houden met waarschijnlijke toekomstige uitgaven, als de onderneming daartoe een verplichting heeft. Recent onderzoek wijst er echter op dat juist deze post op de balans ook gebruikt kan worden voor het ongewenst sturen van de financiële resultaten (‘earnings management’). Het bepalen van de beste schatting en de vraag of er een voorziening moet worden getroffen, vereist een zeer zorgvuldige inschatting door het bestuur van een onderneming. De verslaggevingsstandaard over voorzieningen (IAS 37) bevat een aantal eisen voor de toelichting bij voorzieningen die het risico van te veel sturing van de resultaten tegen moet gaan. Zo moet een onderneming voor elke klasse van voorzieningen een zogeheten ‘verloopoverzicht’ opnemen in de jaarrekening. Ook moet een onderneming een beschrijving geven van de aard van de voorziening en de onzekerheden in de omvang en het tijdstip van de kasstromen die daarmee gepaard kunnen gaan.
4. Geïntegreerde verslaggeving
Geïntegreerde verslaggeving (integrated reporting) is een meer uitgebreide vorm van verslaggeving waarbij ondernemingen het verband leggen tussen de strategie, governance, prestaties en vooruitzichten en de financiële implicaties combineren met de sociale, economische en milieuaspecten in de directe omgeving van de onderneming. In het huidige model van verslaggeving ligt de nadruk vooral op de financiële prestaties en financiële positie van een onderneming. De mogelijkheden om met beleggers te communiceren over andere belangrijke factoren die de waarde, prestaties en continuïteit van een onderneming bepalen, zoals het ‘menselijke kapitaal’, het ‘intellectuele kapitaal’, en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen is heel beperkt. Voor deze meer uitgebreide vorm van verslaggeving bestaat op dit moment nog geen algemeen aanvaard normenkader om jaarverslagen aan te toetsen.
Tegelijkertijd is het een thema dat zowel bij beleggers als het maatschappelijk verkeer steeds meer aandacht krijgt en dat naar onze verwachting steeds hogere eisen stelt aan de transparantie over de genoemde thema’s door ondernemingen.
De AFM zal in 2013 één van haar themaonderzoeken gebruiken om een nulmeting uit te voeren om te peilen op welke manier ondernemingen nu al (onderdelen van) geïntegreerde verslaggeving toepassen. De resultaten zal de AFM onder meer gebruiken om de toepassing van ‘integrated reporting’ verder te ondersteunen. De AFM zal daarom actief deelnemen aan het debat dat hierover wereldwijd al wordt gevoerd. De inbreng zal plaatsvinden vanuit het toezicht op financiële verslaggeving, maar zo mogelijk eveneens vanuit andere diciplines binnen de AFM in het kader van themagericht toezicht.
Bron: AFM