Het rondwarende Panama Papers spook is wat de Nederlandse vereniging van Commissarissen en Directeuren (NCD) betreft, tegelijkertijd een waarschuwing als een zegen voor commissarissen.
Naast de zakelijke Due Dilligence die je als kandidaat commissaris moet maken van het bedrijf waar je kandidaat bent, komt daar nu de persoonlijke Due Dilligence bij. Kan ik een PR storm doorstaan in deze transparante wereld? Het ‘bijbaantjes imago’ als commissaris past niet meer bij deze ontwikkelingen. Het is een vak geworden waarin transparantie en professionalisering voorop staan.
Dat bestuurdersaansprakelijkheid op de eerste plaats staat bij menig commissaris, mag niemand verbazen in het licht van alle recente ontwikkelingen. De hoeveelheid tijd en inzet die nodig is om als commissaris, samen met collega commissarissen, de eindverantwoordelijk te dragen van vaak complexe processen is niet gering, zo meent de NCD: “Commissaris zijn wordt nog wel eens neergezet als riant betaalde ‘bijbaan’, maar dat gaat al lang niet meer op. Het is een vak waar je tijd in moet steken en je moet kunnen inspelen op relevante ontwikkelingen”.
Transparantie is volgens de NCD aan de orde van de dag en als commissaris betekent dat ook dat je gedrag, ook uit het verleden, wel degelijk een rol kan spelen bij de maatschappelijke beoordeling daarvan.
“Juist wat er nu speelt bij de Panama Papers is een wake-up call als het gaat om reputatieschade voor het betrokken bedrijf en voor de commissaris. Bij de aanvaarding van een commissariaat zal dus ook een persoonlijke Due Dilligence moeten plaatsvinden waarbij de kandidaat commissaris mogelijke reputatieschade meeneemt in zijn of haar beoordeling om de benoeming wel of niet te aanvaarden. Dat het bedrijf dat doet, spreekt vanzelf. Preventieve transparantie dus”, stelt de NCD.
Wat de NCD betreft is het een zegen dat er zoveel aandacht is gericht op commissarissen: “Hoe vreemd het ook klinkt, het maakt duidelijk dat commissaris zijn geen sinecure is. De verantwoordelijkheid die aan dat vak is gekoppeld vraagt om hoge eisen, in alle opzichten. Bij de NCD noemen we dat de plicht tot ‘Feetback’. Als commissaris moet je regelmatig voor de spiegel gaan staan, een stapje terug doen en jezelf afvragen of je nog wel aan die eisen voldoet. Zo niet, moet je daar consequenties aan verbinden. Dan kun je maar beter zelf de beslissing nemen, voordat iemand anders die voor je neemt”.
De NCD heeft met het oog op deze ontwikkelingen een Governance Dynamics programma ontwikkeld, waarin het kwetsbaarheidsvermogen van de commissaris centraal staat.
Luister hier ook het fragment terug van Gerard van Vliet bij BNR op 7 april.
Bron: NCD.nl