Acht op de tien gerechtsdeurwaarders hebben in het afgelopen jaar te maken gehad met agressie, bedreiging en intimidatie bij het uitoefenen van hun beroep. In de meeste gevallen ging het om verbale agressie, twee op de tien maakten dit maandelijks of vaker mee. Dat blijkt uit onderzoek dat Ipsos I&O heeft gedaan in opdracht van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG).

Ongeveer de helft van de gerechtsdeurwaarders kreeg te maken met intimidatie of bedreiging, een kwart met fysieke agressie. Van de gerechtsdeurwaarders die wel eens agressie mee hebben gemaakt denkt drie procent regelmatig of vaak aan stoppen met hun werk, een op de vijf denkt daar soms aan.

“Gerechtsdeurwaarders hebben bij het uitvoeren van hun ambt veel direct contact met mensen,” legt KBvG-voorzitter Chris Bakhuis-Van Kesteren uit. “Ze komen vaak onaangekondigd bij mensen aan de deur, waarbij ze hen confronteren met schulden of een opgelegde straf. Daarbij kunnen de emoties hoog oplopen.” De meeste incidenten vonden dan ook plaats tijdens persoonlijk contact aan de deur. Kantoormedewerkers hadden vooral last van verbale agressie via de telefoon en kregen vaker te maken met mensen die dreigen met zelfdoding.

De KBvG ziet dat het aantal meldingen van agressie de laatste jaren toeneemt. Bakhuis- Van Kesteren: “Op zichzelf zijn gerechtsdeurwaarders wel gewend aan oplopende emoties, en daar zijn ze ook op getraind. Maar als het fysiek wordt, of dreigen en intimideren, dan ga je wel een grens over. Dat kan best veel impact hebben. Dat laat dit onderzoek ook zien. Als het gaat om politieagenten en ambulancepersoneel zeggen we: ‘Handen af van onze hulpverleners’. Dat geldt ook voor de gerechtsdeurwaarder als uniformloze ambtenaar: die moet zijn werk veilig en onbedreigd kunnen doen. Daar blijf je gewoon met je handen van af!”

20 procent doet aangifte van agressie bij de politie

Twee op de tien gerechtsdeurwaarders die te maken kregen met agressie deden aangifte bij de politie. De voornaamste reden om geen aangifte te doen is dat ze het incident zelf niet zo ernstig vinden. Het idee dat aangifte doen geen zin heeft komt ook regelmatig voor. Andere redenen die gerechtsdeurwaarders noemen zijn bijvoorbeeld te hoge eisen van de politie, de eigen inschatting dat er geen sprake is van een strafbaar feit of een gebrek aan bewijs daarvan. Van de gerechtsdeurwaarders die wel aangifte hebben gedaan is ruim de helft (zeer) ontevreden over de wijze waarop deze aangifte door de politie is afgehandeld.

Bijna de helft ervaart minder werkplezier

Ruim de helft van de gerechtsdeurwaarders die te maken kregen met agressie, intimidatie of bedreiging heeft nadelige effecten ervaren. Ze hebben het vaakst last van minder werkplezier. Iets meer dan de helft van de gerechtsdeurwaarders die agressie meemaakten, zegt het werk anders te zijn gaan uitvoeren. Dit uit zich onder andere in alerter zijn op signalen van agressie en het voorzichtiger benaderen van mensen met schulden. Hoewel bijna een kwart dat soms overweegt, denken de meeste gerechtsdeurwaarders die te maken kregen met agressie zelden of nooit na over stoppen met hun werk.

Ruime meerderheid is tevreden over begeleiding en nazorg

Ruim acht op de tien gerechtsdeurwaarders vinden dat hun kantoor adequaat reageert op bedreiging, intimidatie en agressie. Bijna driekwart vindt de nazorg goed geregeld. Ook gerechtsdeurwaarders die zelf een incident meemaakten en begeleiding kregen, zijn daar overwegend tevreden over. Een groot deel vond begeleiding echter niet nodig.

De KBvG heeft onlangs bovendien een eigen weerbaarheidscoördinator aangesteld. Bakhuis – Van Kesteren: “We vinden het belangrijk dat iedereen zich veilig voelt bij de uitvoering van het werk. De weerbaarheidscoördinator is beschikbaar als vertrouwenspersoon, geeft advies en bereidt met trainingen gerechtsdeurwaarders en hun medewerkers voor op uitdagende momenten in hun dagelijkse werkzaamheden. Ook begeleidt hij hen bij het doen van aangifte.”

Bron: KBVG