Ondanks de coronacrisis en de sterke economische krimp is het aantal faillissementen in het Nederlandse bedrijfsleven gedaald tot het laagste niveau in twintig jaar, meldt het CBS. De rem op het aantal faillissementen is grotendeels te danken aan de noodsteun die de overheid heeft opgetuigd om getroffen bedrijven te compenseren. Wel nam het aantal vrijwillige opheffingen sterk toe.

Zo kunnen bedrijven een deel van hun personeelskosten met overheidssubsidie doorbetalen. Dit betreft de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), een regeling die aan het begin van de coronacrisis is opgetuigd. Bedrijven die over een periode van drie maanden een omzetdaling van minimaal 20 procent verwachten, kunnen hiervan gebruikmaken en zo een groot deel van de personeelskosten gecompenseerd krijgen. In de eerste drie rondes heeft het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) zo’n 280.000 aanvragen toegekend en is voor zo’n 13,7 miljard euro aan voorschotbedragen uitgekeerd.

Samen met andere steun aan ondernemers heeft de NOW-regeling bijgedragen aan het opmerkelijke feit dat in een jaar waarin de economie met ruim 4 procent krimpt, toch sprake is van een historisch laag aantal faillissementen. Vorig jaar gingen zo’n 3.176 bedrijven failliet, een daling van 16 procent ten opzichte van 2019 toen de economie floreerde. Ook in relatieve termen ligt het aantal faillissementen lager dan de afgelopen jaren. Per duizend bedrijven gingen vorig jaar 1,7 bedrijven failliet, aanzienlijk lager dan het jaarlijkse gemiddelde van 4,4 sinds 2007. In de bouwsector gingen in 2020 bijvoorbeeld 438 bedrijven failliet; een daling van 13,6 procent. Dit terwijl de bouwproductie in 2019 nog met 5,1 procent steeg en in 2020 uit zal komen op een lichte krimp.

Deze opsteker in de zware coronatijden behoeft echter nuance. Ten eerste geldt het laagterecord in faillissementen niet voor alle sectoren. Juist in de zwaar getroffen horeca en de categorie ‘cultuur, sport en recreatie’ nam het aantal faillissementen met respectievelijk 13 en 25 procent toe. De overheidssteun was hier dus niet voldoende om een stijging van het aantal faillissementen te voorkomen. In de derde ronde van NOW-steun bleek eens te meer de zware schade in de horeca; aanvragers uit deze sector gaven aan op een extra omzetdaling van 68,5 procent in de komende maanden te rekenen.

Ten tweede vertegenwoordigt het aantal faillissementen in het bedrijfsleven lang niet het totale aantal bedrijfsbeëindigingen; veel bedrijven heffen zichzelf op zonder dat er een faillissement aan te pas komt. Het totaal aantal opheffingen in 2020 is nog niet bekend, maar de cijfers uit de eerste drie kwartalen wijzen op een duidelijke stijging van 18,6 procent. Wanneer deze stijging in het vierde kwartaal in gelijke mate heeft doorgezet, waren er vorig jaar ruim 136.000 bedrijfsbeëindigingen. Per duizend bedrijven komt het dan op 74 opheffingen, het hoogste aantal sinds 2013. De coronacrisis heeft dus wel degelijk voor een toename gezorgd in het aantal bedrijfsbeëindigingen.

Deze stijging deed zich overigens in vrijwel alle bedrijfssectoren voor. De sector ‘landbouw, bosbouw & visserij’ en het openbaar bestuur zijn hierop uitzonderingen. In de zorg was in absolute zin sprake van een stijging, maar per duizend bedrijven sprake van een daling.

Ten slotte moet de vraag worden gesteld welke gevolgen het heeft dat ook bedrijven op de been worden gehouden die kampen met problemen die niet aan de coronacrisis gerelateerd zijn. Zoals eerder genoemd nam het aantal faillissementen in de bouw af, terwijl het in die sector economisch slechter gaat. Veel bouwbedrijven hebben last van andere problemen dan corona, zoals stikstof en trage procedures voor het vrijgeven van bouwgronden. Het is niet uitgesloten dat aantal bedrijven last heeft van corona, maar het levert op dit moment nog weinig problemen op.

Ook in deze sector houden de steunpakketten van de overheid bouwbedrijven in leven. Dit terwijl de sector nauwelijks direct last heeft van de coronacrisis; op de bouwplaatsen mag door worden gewerkt. Het laagterecord van faillissementen zal daarom van korte duur zijn. Zodra bouwbedrijven die in een ‘normale’ economische situatie failliet waren gegaan terugbetalingen moeten gaan doen, zullen zij alsnog failliet gaan. Zij kunnen namelijk niet profiteren van het openen van de economie als het coronavirus onder controle is. Het werk in hun orderportefeuilles kunnen zij dan niet meer voltooien, met alle gevolgen van dien.

Bron: ABN AMRO