De explosief stijgende gas- en elektriciteitsprijzen kosten het Nederlandse bedrijfsleven dit jaar naar schatting 22 miljard euro extra. In eerste instantie zijn het de ondernemers met variabele energiecontracten die met de prijsstijgingen te maken krijgen. Zodra de tarieven vanwege de oorlog in Oekraïne verder oplopen en mogelijk nog lang hoog blijven, worden meer ondernemingen geraakt.
In sommige branches wordt de winst weggevaagd. Daarnaast hebben de hoge prijzen effect op de groeiverwachtingen van de branches.
De gasprijzen waren sinds afgelopen zomer al flink aan het stijgen, maar door de Russische invasie in Oekraïne zijn deze nog verder gestegen. Inmiddels verwacht ABN AMRO dat over heel 2022 de tarieven voor gas en elektriciteit gemiddeld circa vijf keer zo hoog zijn als in 2019. Bedrijven die een variabel energiecontract hebben, voelen de forse tarieven direct in hun marge. Wie een jaar geleden tegen lage tarieven gas en elektriciteit voor 2022 had ingekocht, ontloopt de prijsstijgingen vooralsnog. Hoe langer de prijzen op een hoog niveau blijven, des te meer bedrijven hun eerder afgesloten vaste contracten zien aflopen, waardoor zij de nieuwe hoge tarieven moeten betalen.
Bij de berekening van de extra energiekosten van circa 22 miljard euro is ervan uitgegaan dat het bedrijfsleven voor de helft van het verbruik variabele tarieven betaalt. Deze aanname is gedaan op basis van gesprekken in de markt met brancheverenigingen en grootverbruikers. Tegelijkertijd moet worden vermeld dat precieze gegevens over het aantal ondernemingen dat variabele energietarieven betaalt ontbreken.
Somber beeld voor 2022
Voor heel 2022 is het beeld wat betreft energie somber. De markt verwacht dat de prijzen voor gas en elektriciteit in ieder geval tot de lente van 2023 niet of nauwelijks zullen dalen. Dit blijkt uit het feit dat termijncontracten vele malen hoger noteren dan een jaar geleden. Hoeveel hoger is afhankelijk van de termijn van levering, waarbij geldt: hoe sneller de levering, des te hoger de prijs. De hoge prijzen van deze termijncontracten hangen samen met de onzekerheid die in de markt leeft ten aanzien van het vullen van de gasvoorraden in de komende maanden en de mogelijke tekorten die dit teweeg brengt tijdens het stookseizoen van de volgende winter. Aangezien gas een belangrijke component is van onze elektriciteitsmix, stijgen ook de elektriciteitsprijzen sterk.
De recente verlaging van de energiebelasting heeft een beperkt positief effect op het bedrijfsleven. Die verlaging komt namelijk alleen ten goede aan kleine ondernemingen en huishoudens. Grootverbruikers, zoals producenten van asfalt, glas en bakstenen, vallen buiten deze maatregel. In de industrie is de basischemie een grootverbruiker van gas. In het najaar zag fabrikant Yara zich al genoodzaakt om de productie van ammoniak, een grondstof voor kunstmest, in zijn fabriek in Sluiskil terug te schroeven.
ABN AMRO Top 20 branches
ABN AMRO heeft een top 20 gemaakt van branches die in verhouding tot de omzet de hoogste energiekosten maken. Wat een aantal branches in deze top 20 extra gevoelig maakt, zijn de vaak dunne marges. Voorbeelden zijn de glastuinbouw, raffinaderijen en de basischemie. Zo werd in 2019 volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in de basischemie circa 3,5 miljard euro brutowinst gemaakt. De energiekosten in deze branche, die vooral aardgas verbruikt, bedroegen in dat jaar 1,8 miljard euro. Dat betekent dat een vervijfvoudiging van de gas- en elektriciteitstarieven leidt tot dieprode cijfers, tenzij bedrijven erin slagen de afzetprijzen te verhogen.
Ook de producenten van bouwmaterialen zijn relatief kwetsbaar. De energiekosten van bouwmateriaalproducenten bedroegen bijna de helft van hun resultaat in 2019. Bedrijven in de voedingssector die energie nodig hebben voor het verwerken, verhitten of koelen van voedsel, worden eveneens geraakt door de hogere gasprijzen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om industriële bakkerijen en aardappelverwerkers. Een branche die buiten de top 20 valt, maar toch ook de hoge prijzen voelt, zijn de datacenters.
Datacenters zijn grootverbruikers van stroom. Zij gebruiken de stroom om hun servers draaiende te houden waarop een flink deel van het internet- en dataverkeer wordt afgewikkeld. Als zij de toegenomen kosten doorberekenen aan hun klanten, dan voelt een deel van het bedrijfsleven dat. Hun klanten zijn de webhostingproviders, clouddienstverleners en softwareontwikkelaars, maar ook bedrijven die hun servers bij de datacenters hebben staan. Datacenters die de stroom tegen een variabele prijs inkopen maar vaste prijzen met hun klanten hebben afgesproken, komen mogelijk in de knel. De grotere datacenters hebben hun energiekosten doorgaans vastgelegd.
Kosten doorberekenen aan afnemers
Het is nog maar de vraag of alle getroffen bedrijven de miljarden aan extra energie kosten kunnen doorberekenen aan hun afnemers. Van de bouwbedrijven verwacht bijna 50 procent de gestegen kosten te kunnen doorberekenen aan hun opdrachtgevers, zo bleek begin dit jaar uit de Conjunctuurenquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat betekent tegelijk dat voor de invasie in Oekraïne al ruim 50 procent aangaf margedruk te ervaren zolang de energiekosten hoog blijven. In het meeste extreme geval kan dit leiden tot faillissementen van bouwbedrijven.
De verwachting is dat de producenten van bouwmaterialen de hogere kosten doorberekenen in de prijzen die zij rekenen aan bouwgroothandels, aannemers en installateurs. Dat heeft mogelijk gevolgen voor de 100.000 huizen die per jaar moeten worden gebouwd. Supermarkten Jumbo, Albert Heijn en de inkoopvereniging Superunie hebben aangegeven de hogere kosten voor onder meer tafeleieren te vergoeden. Pluimveehouders zijn daarmee voor een deel verlost van de pijn die is ontstaan als gevolg van de gestegen energieprijzen. Het andere deel moeten de pluimveehouders zien door te rekenen aan de industrie, waar de eieren in voedsel worden verwerkt.
Zwakkere concurrentiepositie
Nederlandse bedrijven die met wereldwijde concurrentie te maken hebben, zoals veel bedrijven in de industrie, raken relatief in een zwakkere positie door de gestegen prijzen van energie. Zo wordt in India voor de productie van staal en chemicaliën vaker steenkool gebruikt in plaats van gas. Steenkool is wel duurder geworden, maar niet een factor vijf. De Verenigde Staten winnen zelf veel (schalie)gas en zijn dus minder afhankelijk van Rusland, waardoor de prijs daar lager is. In de tuinbouw hebben concurrenten uit Zuid-Europa een voordeel, omdat het daar warmer is. Deze landen hebben niet zoveel energie nodig om te telen en staan dus minder onder druk om hun prijzen te verhogen. Producenten van glasgroente merken dit, omdat zij bijvoorbeeld voor tomaten concurrentie hebben uit Spanje en Marokko.
Diverse bedrijven grijpen naar rigoureuze maatregelen wanneer hun concurrentiepositie sterk onder druk komt. Het drastisch inperken van hun activiteiten is er een van. Sommige glastuinders laten hun kassen deels of helemaal leeg, omdat de kosten te hoog worden en dit niet wordt goedgemaakt door hogere omzetten. Weer andere tuinders kiezen ervoor om minder te belichten, wat de productie drukt. Ook sommige chemische fabrieken hebben vanwege de hoge gasprijzen de productie flink verlaagd.
Daar waar de afzetprijzen wel worden verhoogd, worden de hogere lasten door de hele keten heen gevoeld. De voedingsmiddelensector kan de gevolgen van de hogere prijzen voor kunstmest ervaren. Allereerst is Rusland een grote kunstmestproducent, maar daarnaast is voor de productie van kunstmest ook relatief veel gas nodig. Het wordt gebruikt bij de productie van plantaardige producten als rijst, granen, aardappelen en suikerbieten. Als daarvan de prijzen stijgen, zal de voedselverwerkende industrie de gevolgen hiervan merken.
Impact op consumenten
Zodra de doorrekening de winkelschappen bereikt, gaat ook de consument hier de gevolgen van ondervinden, terwijl de prijzen de afgelopen maanden al een stijgende trend vertonen. Consumenten anticiperen al op een verdere uitholling van hun koopkracht. Zo maakte het CBS vorige week bekend dat het consumentenvertrouwen met -39 op het laagste niveau in negen jaar staat. Vooral grote aankopen worden uitgesteld, wat meubel- en witgoedwinkels zullen merken. ABN AMRO verwacht dat de economie dit jaar desondanks met 3,1 procent groeit ten opzichte van 2021, omdat de economische activiteit sinds het vierde kwartaal van 2021 op een hoog niveau ligt en dit jaar nauwelijks wordt gehinderd door coronamaatregelen. Meer dan vorig jaar geven consumenten nu geld uit in de horeca en aan vakanties. Dit is het gevolg van inhaalvraag, maar traditioneel zijn juist deze sectoren gevoelig voor lagere economische groei en een laag consumentenvertrouwen.
De oorlog, de hogere gasprijzen en de daarmee gepaard gaande inflatie van naar verwachting 5,3 procent zorgen ervoor dat volumeprognoses voor sectoren voor 2022 naar beneden zijn bijgesteld. Toch zijn deze over het algemeen nog wel positief. Dit komt doordat de vraag nog sterk is en dat eindafnemers tot op zekere hoogte bereid zullen zijn de hogere prijzen te betalen. In de tweede helft van jaar zal het effect van toenemende schaarste en hogere prijzen meer prangend worden en verwacht ABN AMRO een verslechtering. Bij hoog blijvende kosten kunnen bedrijven het na de zomer moeilijk krijgen.
Afbouwen gasimport uit Rusland
De Europese Commissie heeft aangegeven de afhankelijkheid van gasimporten uit Rusland versneld te willen afbouwen. De Commissie is hiervoor met ambitieuze plannen gekomen. De plannen leunen grotendeels op de invoer van vloeibaar aardgas (LNG) uit andere gas-producerende landen, het verminderen van de vraag naar gas, en een versnelling van de energietransitie richting duurzame energiebronnen. De versnelling van de ontwikkeling van duurzame energiebronnen, zoals zon- en windenergie, biedt echter op de korte termijn geen oplossing voor onze grote afhankelijkheid van gas in de energiemix. Zuiniger omgaan met energie of het inzetten van alternatieven, zoals het langer en intensiever gebruikmaken van bestaande kolen- en kerncentrales, kan het aandeel gas in de elektriciteitsmix wel verminderen en daarmee mogelijk enige verlichting geven voor de hoge elektriciteitsprijzen.
Download hier het volledige ABN AMRO rapport (pdf)
Bron: ABN AMRO