Het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp) is tussen 2014 en 2024 met 85% gestegen. In 2014 telde Nederland zo’n 875.000 zzp’ers. Nu, 10 jaar later, zijn dit er iets meer dan 1,6 miljoen.
Het aantal vrouwelijke zzp’ers is daarbij beduidend sterker gegroeid dan het aantal mannelijke zelfstandigen, namelijk met +101%, tegenover +77% bij de mannelijke zzp’ers. Het aandeel mannen blijft met 61% nog altijd groter dan het aandeel vrouwen (39%) binnen de groep zzp’ers. Deze verdeling komt redelijk overeen met die bij niet-zzp’-ondernemers, bijvoorbeeld het MKB en groot bedrijf (67% man en 33% vrouw).
De sterkste groei van zelfstandige ondernemers doet zich voor in de jongste leeftijdsgroepen (0-19 jaar en 20-24 jaar) en in de hogere leeftijdscategorie (65 plus) met de sterkste stijging binnen de hoogste leeftijdsgroep (70 plus).
In vrijwel alle sectoren is het aantal zzp’ers in de afgelopen tien jaar fors toegenomen. De stijging is het sterkst in de logistiek, horeca, zorg en bouw. De enige sector waarin het aantal zzp’ers daalde, is de groothandel. In zakelijke diensten zijn veruit de meeste (in absolute aantallen) zzp’ers te vinden, namelijk 440.010, gevolgd door bouw (218.369) en gezondheidszorg (202.963). Van het totaal aantal zzp’ers in Nederland bevinden zicht respectievelijk 27%, 14% en 13% in deze sectoren.
Ontwikkeling vrouwelijke zzp’ers
Absoluut gezien groeide het aantal vrouwelijke zzp’ers het sterkst in de sector gezondheidszorg, van 64.210 in 2014 naar 151.193 in 2024, dat is een stijging van 135%. Het aandeel vrouwelijke zzp’ers in deze sector bleef met 75% over de afgelopen tien jaar gelijk. Het aantal vrouwelijke zzp’ers nam ook sterk toe in de zakelijke dienstverlening (+83.603). In de persoonlijke dienstverlening is het aandeel vrouwelijke zzp’ers het hoogst (90%) en in de bouw (1%) het laagst.
“Het aandeel vrouwelijke zzp’ers steeg van 36% in 2014 naar 39% in 2024. Zij zijn vooral actief in de gezondheidszorg en zakelijke dienstverlening, de sectoren waar ze al vele jaren in werken. We denken vaak dat vrouwelijke zzp’ers alleen werken in persoonlijke dienstverlening en in de gezondheidszorg en welzijn branches, maar het grootste deel werkt nog steeds in de zakelijke dienstverlening. Bijvoorbeeld als zelfstandig advocaat of communicatieadviseur”, aldus Josette Dijkhuizen, ondernemer, bijzonder hoogleraar (Tilburg University) en Kroonlid Sociaal-Economische Raad (SER).
Vrouwen in de land- en tuinbouw
Het aandeel vrouwelijke zzp’ers steeg tussen 2014 en 2024 het allersterkst in de land -en tuinbouw, namelijk van 8% naar 17%. In absolute aantallen: 2.113 in 2014 en 5.601 in 2024.
Jessica Peters is één van de vrouwen in deze groep. Zij begon drie jaar geleden, op haar 39e, een agrarische opleiding en nu teelt ze op tuinderij Van de Pallande in Oirschot op natuurlijke wijze groenten, kruiden, fruit en bloemen. “Ik heb jarenlang als ingenieur grote IT-transformaties begeleid bij corporates, maar ook altijd gezegd dat ik ‘later als ik groot ben’ een boerderij met een geit wilde. Ik begon daarom met een deeltijd MBO landbouw-opleiding.” Daar zag Peters direct dat zij als vrouw inderdaad geen uitzondering was, 23 van de 25 klasgenoten waren vrouw. “Waarom dat zo is? Misschien zijn vrouwen van nature meer bezig met verbinding. Bijvoorbeeld tussen mens en natuur, tussen mensen onderling, en met mijn achtergrond ook met technologie. In mijn ogen is verbinding noodzakelijk om toekomstbestendige landbouw mogelijk te maken.”
Ook merkt ze dat ervaringen uit een vorige carrière absoluut nog van pas kunnen komen na zo’n grote overstap. “Ik probeer mijn ‘twee werelden’ toch aan elkaar te koppelen, en ben bijvoorbeeld bezig met wat robotisering en het gebruik van data kan betekenen voor de toekomst van kleinschalige landbouw.”
LTO Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) ziet in haar achterban dat steeds meer vrouwen kiezen voor het ondernemerschap en actief verantwoordelijkheid nemen voor het agrarische bedrijf. “We vinden het een mooie ontwikkeling dat ook vrouwen deze handschoen oppakken. Dit is ook een van de redenen dat we het programma ‘Vrouw en bedrijf’ hebben. LTO ziet hierbinnen dat er in toenemende mate interesse is in onder andere het uitwisselen van kennis en ervaring en het vergroten van het bewustzijn onder vrouwen van hun financiële, sociale en maatschappelijke rol en positie”, aldus Eric Douma, Portefeuillehouder Ondernemerschap & Onderwijs LTO Nederland.
Jonge en oudere zzp’ers
De trend van stijging onder de lage en hogere leeftijdsgroepen heeft KVK al eerder gesignaleerd. Bij jongeren is de toename waarschijnlijk te relateren aan veel aandacht aan zelfstandig ondernemerschap binnen het onderwijs, de digivaardigheid van deze generatie, lage drempels bij veel digitale activiteiten zoals vloggen en bloggen, en voorbeeldiconen op sociale media. Een groeiend aandeel zzp’ers bij jongeren (t/m 24 jaar) is vooral waarneembaar bij de detailhandel, horeca en in iets mindere mate bij logistiek. Onder deze laatste vallen onder andere de koeriersdiensten.
Bij de groep ouderen (65 plus) zit de groei vooral in de financiële dienstverlening en, in iets mindere mate weliswaar, bij groothandel. Bij de groep 65-plus lijkt het een combinatie van noodgedwongen blijven werken vanwege onvoldoende pensioen en graag actief blijven.
Extra groei waarschijnlijk te relateren aan corona
De toename van het totaal aantal zzp’ers in de afgelopen tien jaar was gemiddeld 6,4% per jaar. Uitschieters zien we in de jaren 2021 en 2022 (respectievelijk plus 7,9% en 8,3% ), waardoor er mogelijk een relatie is met de coronacrisis, waardoor veel mensen iets voor zichzelf gingen beginnen. Het afgelopen jaar (2023) zwakte de groei iets af (5,7%).
“De sterkere groei kan deels worden verklaard uit de pandemie, maar tegelijkertijd zien we vooral een groei van zzp’ers in branches binnen de gezondheidszorg. In die sector zijn de afgelopen jaren veel zzp’ers gestart doordat ze meer flexibiliteit wensten in werktijden, meer grip wilden krijgen op de werkdruk of de waardering misten in loondienst”, aldus Dijkhuizen.
Top 10 branches met de sterkste groei in aantal zzp’ers:
1. Ondersteuning en begeleiding van gehandicapten
2. Leggen van elektriciteits- en telecommunicatiekabels
3. Detailhandel via internet in een algemeen assortiment non-food
4. Ambulante jeugdzorg
5. Maatschappelijk werk
6. Particuliere beveiliging
7. Overige zakelijke dienstverlening (rest)
8. Adviesbureaus op het gebied van public relations en communicatie
9. Communicatie- en grafisch ontwerp
10. Dienstverlening voor vervoer over land
Bron: KVK