In 2023 was het aantal werklozen nagenoeg onveranderd ten opzichte van een jaar eerder. Alleen onder 45-plussers daalde het aantal werklozen verder, van 104 duizend naar 92 duizend. Onder deze leeftijdsgroep nam ook het aantal overige niet-werkenden verder af, van bijna 2,5 miljoen naar ruim 2,4 miljoen. Het aantal werklozen en overige niet-werkenden onder 45-plussers is hiermee het laagst sinds de start van de reeks in 2003. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
In 2023 waren er zowel 46 duizend mannen als vrouwen van 45 tot 75 jaar werkloos. Zij hadden geen werk, waren wel op zoek naar werk, en konden binnen twee weken starten. Het aantal werkloze 45-plussers beweegt mee met de conjunctuur; sinds het begin van de economische crisis in 2008 verdubbelde hun aantal ruimschoots, van 141 duizend (2008) naar 290 duizend (2015). Daarna daalde dit tot 92 duizend in 2023.
Vóór 2008 was het aantal werkloze mannen en vrouwen van 45 jaar of ouder ook vrijwel gelijk. Daarna was bij mannen zowel de toename als de afname sterker dan bij vrouwen.
Meer vrouwen dan mannen van 45-plus niet werkzaam én niet op zoek
Naast werklozen waren er in 2023 ook nog ruim 1,0 miljoen mannen die niet werkzaam waren, en niet zochten naar werk of hiervoor niet direct beschikbaar waren (buiten de beroepsbevolking). Onder vrouwen waren dat er ruim
Het aantal mannen en vrouwen buiten de beroepsbevolking bewoog de afgelopen twintig jaar minder sterk mee met de conjunctuur dan het aantal werklozen. De toename sinds de start van de economische crisis in 2008 was minder sterk en duurde langer (tot 2018). Daarna daalde dit aantal licht tot 2022, toen daalde het aantal 45- tot 75-jarigen buiten de beroepsbevolking met 89 duizend. Ook in 2023 was de daling sterk (67 duizend).
Toename arbeidsparticipatie
In 2022 en 2023 was er voor het eerst sinds 1950 sprake van een lichte daling van de bevolking van 45 tot 75 jaar. Het aantal werkende 45-plussers nam echter nog steeds toe. De afname van het aantal werklozen en personen buiten de beroepsbevolking in deze leeftijdsgroep hangt dus vooral samen met een toename van de nettoarbeidsparticipatie, het percentage werkenden in de bevolking. In 2023 was deze toename iets sterker bij mannen dan bij vrouwen. In de afgelopen twintig jaar was de toename van de arbeidsparticipatie van 45-plussers onder vrouwen gemiddeld sterker dan onder mannen, en nam het verschil tussen beide af.
Bron: CBS