Het aantal rechtszaken is het afgelopen jaar in bijna alle rechtsgebieden fors afgenomen, zo blijkt uit het recent verschenen jaarverslag van de Rechtspraak. Met name het aantal kanton handelszaken is flink gedaald. Vorig jaar zijn daar 81 duizend minder zaken van aangebracht dan een jaar eerder. Kanton handelszaken gaan vaak over incasso’s na het niet betalen van rekeningen, bijvoorbeeld voor een zorgverzekering of telefoonabonnement.

Reden minder rechtszaken

De daling van het aantal zaken in sommige rechtsgebieden ligt voor de hand: een verbeterde betalingsmoraal na de economische crisis, de toegenomen beschikbaarheid van buitenrechtelijke bemiddeling (als mediation). Maar ook de afschrikkende werking van relatief hoge griffierechten (de kosten die moeten worden betaald om een rechtszaak te mogen voeren) speelt een rol. Frits Bakker, voorzitter van de Raad van de rechtspraak, roept in zijn jaarbericht op deze griffierechten te verlagen, omdat moet worden voorkomen dat mensen vanwege financiële redenen de rechter vermijden. Voor andere rechtsgebieden – bijvoorbeeld bestuursrecht – is het niet precies duidelijk waarom het aantal zaken sterk is gedaald.

Stijging aantal bewindzaken

Ook is niet op elk gebied het aantal zaken sterk gedaald, wat de afname van het aantal rechtszaken in eerste instantie niet direct goed zichtbaar maakt. Zo heeft de rechtspraak in 2017, net als in 2016, toch weer 1,6 miljoen zaken behandeld. Dat komt vooral door de enorme toename van het aantal bewindzaken, waarbij de rechter niet zozeer een beslissende, maar vooral controlerende rol heeft.

Dit type zaken is in 2017 met 100.000 toegenomen tot 500.000. Dit betekent dat inmiddels 1 op de 3 zaken die de rechter behandelt een bewind gerelateerde-zaak is. Die stijging betekent overigens niet per definitie dat er meer mensen onder bewind zijn gesteld. Voor een groot deel is de stijging toe te schrijven aan een nieuwe categorie zaken: de zogenoemde vijfjaarsevaluatiezaken waarbij lopende bewindsdossiers onder de loep worden genomen.

Financiën Rechtspraak onder druk

Een bijzonder zorgelijk punt volgens het jaarverslag is de slechte financiële situatie van de Rechtspraak. Het jaar 2017 wordt afgesloten met een negatief eigen vermogen. Dat gebeurde nog niet eerder. Een van de belangrijkste oorzaken is de vertraging van digitaliserings- en vernieuwingsoperatie KEI. Een andere oorzaak is de forse terugloop van het aantal zaken dat voor de rechter komt. De Rechtspraak wordt per zaak gefinancierd en fors minder zaken betekent een lager budget. Verwacht wordt dat ook in 2018 en 2019 dit nog aan de orde is.

Meer mensen in dienst

 

Omdat rechters in voorgaande jaren hebben aangegeven dat de kwaliteit van het rechterlijke werk onder druk is komen te staan door onderbezetting en toenemende complexiteit van zaken, zijn afgelopen jaar meer mensen aangenomen en is in 2017 het personeelsbestand van de Rechtspraak toegenomen met 2 procent. Ook heeft de Rechtspraak sinds 2016 de werving van rechters geïntensiveerd, wat in 2017 heeft geleid tot het aannemen van ruim 100 nieuwe rechters in opleiding.

 

Meer tijd voor een zaak

 

Rechters hebben door de personele versterking in 2017 meer tijd aan een zaak kunnen besteden. Dat is belangrijk, omdat rechters voldoende tijd moeten hebben om zaken gepaste aandacht te geven, essentieel voor kwalitatief hoogwaardige rechtspraak. Toch blijft de werkdruk een knellend punt, zo blijkt uit het medewerkerswaarderingsonderzoek (MWO) van afgelopen jaar. De gerechten zijn druk bezig met de aanbevelingen tot verbetering , maar dit kost tijd. Een goed teken is dat het werkplezier en de tevredenheid van medewerkers ten opzichte van 2014 is toegenomen.

 

Doorlooptijd niet structureel verbeterd

 

Tenslotte is ook de geplande doorlooptijdverkorting van rechtszaken in 2017 niet gehaald. De duur van zaken is ondanks alle inspanningen nog steeds niet korter geworden. Er zijn veel lokale initiatieven ondernomen om rechtszaken te versnellen, als bijvoorbeeld een verhoogde bezetting of wijzigingen in roosters en agenda’s. Maar deze hebben nog niet het beoogde effect gehad, zo blijkt ook uit het periodieke klantwaarderingsonderzoek (KWO) 2017.

 

Bron: de Rechtspraak