Nederland telt vanaf 1 januari 2021 352 gemeenten. Dat zijn er 3 minder dan in 2020. Dit komt door twee gemeentelijke herindelingen, één in Noord-Brabant en één in de provincie Groningen. Door de alsmaar groter wordende gemeenten worden cijfers op wijk- en buurtniveau steeds belangrijker. Dit meldt het CBS.
Herindelingen hebben verschillende vormen. Gemeenten kunnen samengaan tot een gemeente met een nieuwe naam. In 2021 ontstaat Eemsdelta op deze manier. Gemeenten kunnen ook worden opgesplitst en ondergebracht bij andere gemeenten. De verschillende dorpen die de gemeente Haaren vormden worden ondergebracht bij de gemeenten Boxtel, Oisterwijk, Tilburg en Vught.
Afname gemeenten met minder dan 25 duizend inwoners
De daling van het aantal gemeenten is in Nederland een langlopende trend. In 1995 waren er 633 gemeenten, in 1970 waren dit er nog 913. Het gaat vaak om gemeenten met weinig inwoners die samengaan met een grotere gemeente of gezamenlijk een grotere gemeente vormen. Alle gemeenten die in 2021 opgeheven worden hadden in 2020 minder dan 25 duizend inwoners. Daarmee daalt het aantal gemeenten met minder dan 25 duizend inwoners tot 123 in 2021. In 1995 waren dit er nog 489. De gemeenten Loppersum, Appingedam en Haaren hadden in 2020 zelfs minder dan 15 duizend inwoners.
Meer wijken en buurten
Gemeentelijke herindelingen leiden tot grotere gemeenten. Daardoor kunnen regionale statistische kenmerken minder goed zichtbaar zijn. Deze zijn nog wel zichtbaar in data over wijken en buurten. Gemeenten kunnen aanpassingen doorvoeren in hun wijk- en buurtindeling. Hier kunnen gemeenten diverse redenen voor hebben. Een mogelijke reden is dat de indeling niet meer goed past, bijvoorbeeld door nieuwbouw, veranderingen in de infrastructuur of andere bestuurlijke overwegingen.
Mede door de gemeentelijke herindelingen is het gemiddelde aantal wijken per gemeente gestegen van 3,7 in 1995 tot 8,9 in 2020. Het aantal wijken en buurten voor 2021 is pas half mei bekend. Het gemiddelde aantal buurten per gemeente is gestegen van 16,4 (1995) tot 38,9 (2020). Ook het absolute aantal wijken in Nederland is gestegen. Het gaat hier om een stijging van bijna 36 procent, van 2 338 in 1995 naar 3 177 in 2020. In dezelfde periode is het aantal buurten toegenomen met 33 procent, van 10 381 tot 13 808.
Dit betekent dat wijken en buurten steeds kleiner worden. In 2020 was de gemiddelde wijk 1 060 hectare, 21 procent kleiner dan in 2004. De gemiddelde oppervlakte van buurten daalde in die periode met 19 procent tot 244 hectare. Dit is ook zichtbaar in het aantal buurten van afgerond 3 hectare of minder: in 2020 waren er 57 buurten van deze omvang, terwijl dat in 2004 nog 22 buurten waren. Daar waar gemeenten steeds groter worden, worden de wijken en buurten juist kleiner.
Buurten met 250 tot 2 500 inwoners
Het CBS heeft samen met een aantal gemeenten richtlijnen opgesteld op basis waarvan gemeenten opgedeeld kunnen worden in wijken en buurten. In de richtlijnen wordt een inwoneraantal van 250 tot 2 500 inwoners per buurt aanbevolen. In 2004 voldeed bijna 51 procent van de buurten hieraan, in 2020 ongeveer 55 procent. Het gemiddelde aantal inwoners per buurt lag in 2020 op 1 261, in 2004 was dat rond 1 450.
Invloed herindelingen op andere indelingen
Gemeentelijke herindelingen kunnen invloed hebben op andere indelingen. Dit jaar verschuiven door de opsplitsing van de gemeente Haaren de grenzen van de COROP-gebieden, de COROP-subgebieden en de COROP-plusgebieden. 2 jaar geleden bracht de samenvoeging van de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik tot de gemeente Vijfheerenlanden een provinciegrenswijziging met zich mee.
Andere indelingen wijzigen niet alleen maar wanneer er gemeentelijke herindelingen zijn. Er kunnen tal van redenen zijn waarom een indeling aangepast wordt. Welke gemeenten er per jaar onder bepaalde regionale indelingen vallen is te vinden in de tabellen Gebieden in Nederland.
Bron: CBS