De huidige generatie leerlingen en studenten verdient, ondanks de coronacrisis, alle kansen op volwaardig onderwijs en een goede toekomst. Daarom heeft het kabinet besloten tot een Nationaal Programma Onderwijs. Hiervoor wordt in totaal 8,5 miljard euro geïnvesteerd. En daarnaast 645 miljoen euro structureel om de hogere studentenaantallen te compenseren. Het Nationaal Programma Onderwijs is gericht op herstel én ontwikkeling van het onderwijs, op het inhalen én compenseren van vertraging, en op het ondersteunen van iedereen in het onderwijs die het moeilijk heeft. Dit meerjarige plan maken onderwijsministers Van Engelshoven en Slob vandaag bekend.
Minister Van Engelshoven: “Je zult nu maar student zijn. Wachtend op je stage om af te studeren of vanuit je studentenkamer naar het beeldscherm turend naar medestudenten die je nog nauwelijks kent. Dit zorgt voor stress, eenzaamheid, concentratieproblemen en druk bij studenten. Met dit Nationaal Programma ondersteunen we hen zoveel mogelijk. Met financiële ondersteuning en intensievere begeleiding verlagen we de druk die studenten voelen.”
Minister Slob: “Met dit Nationaal Programma doen we er alles aan om de jongste generaties in ons land dezelfde kansen te bieden als de generaties die zonder pandemie naar school gingen. Daarom gaan we heel gericht kijken wat elke leerling nodig heeft om de pijn van deze pandemie zoveel mogelijk te verzachten. Tegen alle leerlingen zou ik willen zeggen: het land zat het afgelopen jaar dan misschien op slot, maar met dit Nationaal Programma houden we jullie toekomst open.”
Maatregelen primair, voortgezet en speciaal onderwijs
Elke school krijgt vanaf komend schooljaar geld om leerlingen heel gericht te helpen, ook op sociaal-emotioneel gebied. Leraren bepalen mede hoe dit geld wordt ingezet. Zij kunnen kiezen uit bewezen effectieve maatregelen zoals gerichte bijles in kleine groepjes of samenwerking met bibliotheken op het gebied van lezen. De ongeveer 6600 basisscholen ontvangen hiervoor komend schooljaar gemiddeld 180.000 euro per school. Voor de 650 middelbare scholen gaat het om gemiddeld ruim 1,3 miljoen euro per school. Scholen met veel leerlingen met minder kansen krijgen verhoudingsgewijs meer geld.
Daarnaast vragen we van scholen om leerlingen komende zomerperiode hulp en gratis bijles te geven voor leerlingen die dat willen en nodig hebben. Een andere mogelijkheid is om de extra middelen in te zetten voor brede brugklassen, zoals vmbo/havo. Dat geeft leerlingen meer tijd om te kijken op welke plek ze het beste tot hun recht komen. Van elke brugklasser wordt gekeken of ze op de juiste plek zitten. Ook wordt er opnieuw geïnvesteerd in meer vakleerkrachten, onderwijsassistenten en ander onderwijsondersteunend personeel om de werkdruk van leraren te verlichten.
Maatregelen middelbaarberoepsonderwijs, hoger onderwijs en onderzoek
Iedereen die volgend jaar studeert krijgt een korting van 50% op het college- of lesgeld. Dat geeft studenten financiële ademruimte in deze moeilijke tijd, waarin ook veel studenten hun bijbaan zijn kwijtgeraakt. Daarnaast krijgen studenten die hun recht dreigen te verliezen op hun basisbeurs (mbo) en aanvullende beurs (mbo en hoger onderwijs) een tegemoetkoming. En het studentenreisproduct wordt verlengd met maximaal 12 maanden voor studenten in het hoger onderwijs als blijkt dat zij meer tijd nodig hebben om hun diploma te halen. De subsidie op praktijkleerbanen in het mbo wordt verhoogd, hiermee maken we het voor bedrijven voordeliger om ook in deze economische zware tijden, in belang van student en bedrijf, de vakmensen van de toekomst te behouden. Naast deze financiële ondersteuning komt er ook extra geld voor mentale ondersteuning door meer studie- en studentbegeleiding voor de persoonlijke ontwikkeling en studievoortgang.
Universiteiten en hogescholen hebben te maken met een enorme toeloop van studenten die door corona niet kiezen voor een tussenjaar of een wereldreis. De onderwijsinstellingen worden hier vanaf komend jaar al volledig voor gecompenseerd en structureel met een bedrag van 645 miljoen euro. Dit extra geld, dat naast de 8,5 miljard beschikbaar komt, moet er voor zorgen dat er meer mensen in dienst kunnen komen, en de werkdruk afneemt.
Met een investering van 162 miljoen euro voor onderzoekers wordt ervoor gezorgd dat 20.000 arbeidscontracten van jonge wetenschappers, waarvan het onzeker was of ze konden blijven, kunnen worden verlengd. Dit geeft zekerheid. Zij kunnen hun belangrijke onderzoek afmaken, en doorgaan met lesgeven.
Bron: Rijksoverheid