Als je producten of diensten verkoopt wil je graag zo snel en gemakkelijk mogelijk je geld ontvangen. Daarom stimuleren bedrijven in Nederland het gebruik van automatische incasso. En dat gaat zelfs zover dat voor het ontvangen van acceptgiro’s extra kosten in rekening worden gebracht. Maar mag dat eigenlijk wel?

Wel-niet- wel-niet-wel-niet

De uitspraken van rechters op dit punt zijn op een hand te tellen en verschillen in uitkomst. Eind mei vonniste de rechtbank Breda dat KPN een consument geen kosten in rekening mocht brengen voor betaling per acceptgiro. Eerder mocht KPN dit weer wél bij een vereniging, terwijl nog weer eerder de Stadsverwarming Purmerend weer géén kosten mocht rekenen.

7 tips + 1 Bonustip

Een beetje verwarrend, maar toch zijn er wel wat tips te geven op basis van de rode draad in deze uitspraken:

1. Als je niet wilt dat er met acceptgiro wordt betaald, biedt deze mogelijk dan ook gewoon niet aan.

2. Als je extra kosten in rekening wil brengen zet dan een beding in je algemene voorwaarden op grond waarvan je geld mag vragen voor betaling via acceptgiro (of internetbankieren).

3. Zorg dat je algemene voorwaarden van toepassing zijn voor of bij het tot stand komen van een overeenkomst. Het regeltje op de factuur dat de “algemene voorwaarden van toepassing zijn op alle producten en diensten van je bedrijf en dat de algemene voorwaarden ergens zijn gedeponeerd en op verzoeken kosteloos zullen worden toegezonden” is veel, veel en veel te laat. Voor wat het waard is: deponeren is sowieso zinloos in het huidige tijdsgewricht.

4. De kosten van betaling komen ten laste van degene die de verbintenis nakomt: de klant. Dat zegt artikel 6:47 van het Burgerlijk Wetboek. Het gaat daarbij om de kosten die de klant moet maken om de betaling te kunnen doen (transactiebedrag aan de balie van de bank, of het maandbedrag voor internetbankieren) en de kosten die de leverancier moet maken. Maarrrr…

5. Er moet een splitsing worden gemaakt tussen de kosten die de leverancier maakt voorafgaande aan de betaling en de kosten die na de betaling worden gemaakt. De kosten die een leverancier maakt, nadat de betaling is ontvangen, mogen niet ten laste van de klant worden gebracht.

Voorbeeld

Bij internetbankieren/girale overboeking is de betaling voltooid op het moment dat het geld op de rekening van de leverancier is bijgeschreven. De kosten die een bank maakt (en aan de zakelijke begunstigde (lees: leverancier) in rekening brengt) om de per acceptgirokaart of per internetbankieren binnengekomen betalingsopdracht te verwerken, vallen dus onder de kosten van betaling. En die mag je eventueel als leverancier bij de klant in rekening brengen.

6. Alle kosten die gemaakt worden in het kader van het verwerken van de betaling, nadat die betaling is binnengekomen, mogen dus niet in rekening worden gebracht.

Samengevat

7. Alleen de werkelijke kosten voorafgaande aan de betaling mogen in rekening worden gebracht bij de klant. Het gaat dan om de volgende kosten (bron ING Bank):

– € 0,14 voor een overboeking via internetbankieren
– € 0,25 voor een girale bijschrijving
– € 0,02 – € 0,04 voor het laten drukken van de acceptgiro

Er mag dus geen commercieel tarief in rekening worden gebracht. Of een acceptgiro-ontmoedigingstarief.  Of administratiekosten (dat mag alleen het CJIB en dat moest zelfs in een wet worden vastgelegd voor alle veiligheid). Zelfs geen aanmaakkosten of portokosten.

BONUS

8. Portokosten komen in een ander licht te staan met de opkomst van e-factureren. Pas als e-factureren gemeengoed wordt, komt een vergoeding voor porto aan de orde. Maar daar geldt weer bij dat de klant moet instemmen met de e-factuur. De instemming mag impliciet zijn, en moet vrij zijn van dwang of verplichtingen.

Dit mag dus niet (financiële dwang). Niet nu en niet later

“Omdat wij overstappen op e-factureren brengen wij u voortaan € 3,25 in rekening voor een papieren rekening. Wilt u dat niet, dan kunt u via deze hyperlink aangeven hoe u uw e-factuur voortaan wilt ontvangen”

Bron: Platform ELFA