Nederland staat er economisch goed voor. Onze economie oversteeg dit jaar het niveau van voor de crisis, terwijl de daling van de werkloosheid stevig is doorgezet. Nederland groeide in 2016 uit tot de vierde meest concurrerende economie wereldwijd en werd van innovatievolger een innovatieleider in Europa. Ons land staat in de mondiale top van de meest gelukkige en welvarende landen. “Deze, maar ook vele andere resultaten laten zien dat Nederland internationaal voorop loopt. 2016 was economisch gezien een jaar waar we trots op mogen zijn”, aldus minister Kamp van Economische Zaken.
Dat de Nederlandse economie er goed voor staat blijkt ook uit de stabiele groeicijfers. In de eerste drie kwartalen groeide de economie drie keer met 0,7% ten opzichte van het voorgaande kwartaal. De groei over heel 2016 zal boven de 2% uitkomen. Sinds begin dit jaar daalde de werkloosheid met 86.000 mensen en steeg het aantal banen met 150.000. Het consumentenvertrouwen staat op het hoogste niveau in ruim negen jaar en het producentenvertrouwen is sinds september 2014 onafgebroken positief. Nederlanders besteden meer en de investeringen nemen toe.
Minister Kamp: “De sterke daling van de werkloosheid en de sterke stijging van het aantal banen zijn wat mij betreft de belangrijkste economische resultaten van 2016. Dit laat zien dat dankzij onze ondernemers steeds meer mensen profiteren van de economische groei. Het afgelopen jaar stond helaas ook in het teken van het failliet gaan van een aantal grote retailketens. Maar gelukkig biedt de aantrekkende ook nieuwe kansen voor hen die hun baan kwijt raakten.”
Nederland loopt internationaal voorop
Ook internationaal heeft Nederland dit jaar uitstekende resultaten geboekt. In 2016 steeg Nederland naar de vierde plaats op de mondiale lijst van meest concurrerende economieën van het World Economic Forum. Van de 28 landen van de Europese Unie is Nederland de meest concurrerende economie. Wereldwijd staan onze efficiënte infrastructuur, de hoge kwaliteit van het onderwijs en de gezondheidszorg en het innovatievriendelijke bedrijfsklimaat zeer goed aangeschreven.
Ook de OESO complimenteerde ons. Nederland geldt wereldwijd volgens de OESO als het land met het meest stimulerende ondernemersklimaat. Om onze positie als een van de meest innovatieve landen ter wereld verder te versterken adviseert de OESO de uitgaven voor innovatie te verhogen. Minister Kamp noemde dat dit jaar al “een zinnige aanbeveling, omdat innovatie onze productiviteit, groei, werkgelegenheid en welvaart verhoogt.” Dat Nederland qua innovatie voorop loopt werd afgelopen jaar ook onderstreept door het European Innovation Scoreboard. Dit gezaghebbende rapport van de Europese Commissie benoemde Nederland tot innovatieleider binnen de Europese Unie. Ons land behoort tot de kopgroep van landen die minimaal twintig procent boven het Europese gemiddelde scoren op 25 indicatoren voor innovatiekracht.
Meer financiering, minder regeldruk
In 2016 is het kabinet doorgegaan met het op vele manieren beschikbaar stellen en laten stellen van financiering voor ondernemers om hun groei- en innovatieambities waar te maken. Zo werd dit jaar duidelijk dat de overheid en de markt gezamenlijk voor circa 2,7 miljard euro aan extra financiering beschikbaar hebben gesteld voor het midden- en kleinbedrijf. Daarnaast worden ondernemers voor miljarden euro’s via verschillende garantieregelingen ondersteund om te kunnen investeren en groeien. Tegelijkertijd investeerden bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid gezamenlijk 134 miljoen euro in tien toonaangevende onderzoeksprojecten gericht op voedsel, energie, gezondheidszorg en data-infrastructuur.
De doelstelling van het kabinet om de regeldruk voor burgers, bedrijven en professionals met 2,5 miljard euro te verlagen is in 2016 gehaald. In elf sectoren, waaronder de zorg, de bouw en de kinderopvang, wordt via een maatwerkaanpak gewerkt aan het wegnemen van knelpunten die voortkomen uit regeldruk. Minister Kamp noemt deze resultaten belangrijke mijlpalen. “We zijn erin geslaagd om in 2016 de lasten voor ondernemers flink te verminderen en de benodigde financiering voor groei- en innovatieambities van ondernemers beschikbaar te laten komen. Daar gaan we in het nieuwe jaar onverminderd mee door.”
Verduurzaming biedt Nederland kansen
Dit jaar is de overgang naar een duurzame energievoorziening in een stroomversnelling gekomen. De komende jaren worden voor de Nederlandse kust vijf van de grootste windparken ter wereld aangelegd, goed voor de elektriciteitsvoorziening van vijf miljoen huishoudens. Tot 2020 groeit de windenergiesector naar verwachting met 10.000 banen. De eerste twee windparken bij het Zeeuwse Borssele werden dit jaar gegund aan het Deense Dong Energy en aan een consortium met de Nederlandse bedrijven Shell, Eneco en Van Oord. De resultaten van de aanbestedingen waren wereldwijde prijsdoorbraken. Het ziet er naar uit dat duurzame energie van wind op zee over zeven of acht jaar kan concurreren met fossiele energie. De kostenbesparing die momenteel bij de Nederlandse windparken op zee gerealiseerd wordt, laat zien wat er op duurzaam energiegebied mogelijk is. Ook in 2017 zal de productie van duurzame energie weer sterk worden gestimuleerd. Het gaat dan onder andere om zonnepanelen, geothermie en energie uit water.
Met de Energieagenda is dit jaar de koers uitgezet om in 2050 tot een economie met nagenoeg geen CO2-uitstoot te komen. Daarnaast is de weg ingeslagen om in 2030 vijftig procent minder gebruik van primaire grondstoffen zoals mineralen, metalen en fossiele grondstoffen te realiseren. De verwachting is dat zo in 2023 de circulaire economie in Nederland goed is voor een marktwaarde van 7,3 miljard euro per jaar en 54.000 banen. Op deze wijze bouwen we aan een circulaire economie die niet alleen goed is voor ons klimaat, maar ook inkomsten en banen oplevert.
Minister Kamp: “Door de transitie naar een duurzame economie geleidelijk en goed uitgekiend te laten verlopen kunnen we het maximale rendement uit de benodigde investeringen halen en krijgen onze innovatieve bedrijven volop kansen op de Europese- en wereldmarkt.”
Bron: Rijksoverheid.nl