In 2020 hebben bedrijven in totaal 17,6 miljard euro ontvangen ter compensatie voor loonkosten en vaste lasten tijdens de coronacrisis. De overheidsuitgaven stegen 13 procent in 2020 vergeleken met een jaar eerder, hiervan kwam 5 procentpunt voor rekening van deze twee typen coronasteunmaatregelen. Het grootste bedrag aan loonkostenvergoeding ging naar de handel, en de grootste vergoeding voor vaste lasten ging naar horecabedrijven. Dat meldt het CBS op basis van cijfers over steunmaatregelen voor bedrijven, gemaakt op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).
De tegemoetkomingen in loonkosten en vaste lasten zijn twee
typen coronasteunmaatregelen die de overheid ter ondersteuning van ondernemers tijdens de coronacrisis heeft ingevoerd. Naast vergoedingen voor loonkosten en vaste lasten hebben bedrijven ook de mogelijkheid tot uitstel van belastingbetaling, en bestaan er diverse garanties, leningen en kleinere subsidieregelingen. Deze worden in dit nieuwsbericht buiten beschouwing gelaten.
In 2020 hebben bedrijven in totaal 15 miljard euro aan loonkosten vergoed gekregen via de NOW-regeling. Daarnaast is 2,6 miljard euro aan vaste lasten vergoed vanuit de TOGS/TVL-regelingen. Voor zowel NOW als TOGS/TVL waren er in 2020 drie aanvraagperioden. Het uitgekeerde bedrag was voor de NOW het hoogst in de eerste aanvraagperiode. Bij de vaste-lastenregelingen is het hoogste bedrag uitgekeerd in de derde aanvraagperiode. Toen werd de TVL-regeling, die eerst alleen opengesteld was voor specifieke sectoren, uitgebreid naar vrijwel alle branches. Het gaat bij beide type regelingen om toegekende subsidies op basis van een verwacht omzetverlies. De daadwerkelijke subsidies worden achteraf vastgesteld op basis van het werkelijke omzetverlies, en kunnen hoger of lager uitvallen.
Stijging overheidsuitgaven
In 2020 gaf de overheid ruim 44 miljard euro meer uit dan een jaar eerder, een stijging van 13 procent ten opzichte van 2019. Als de uitgaven aan loonkosten- en vaste-lastenvergoedingen de enige toevoegingen waren geweest, waren de overheidsuitgaven met 5 procent gestegen ten opzichte van 2019. Bijna twee vijfde van de stijging in overheidsuitgaven is dus toe te rekenen aan de NOW- en TOGS/TVL-regelingen. Andere subsidies, waaronder ook andere coronasteunmaatregelen, zijn goed voor 29 procent van de uitgavenstijging.
Er zijn wel enkele methodologische verschillen tussen cijfers over subsidies die worden geregistreerd in de overheidsfinanciën en de cijfers in de rest van dit nieuwsbericht.
Grootste bedrag naar handel
Het grootste deel (17 procent) van de subsidies voor loonkosten en vaste lasten werd uitbetaald aan bedrijven in de handel. Het gaat in totaal om bijna 3 miljard euro, waarvan 2,6 miljard euro subsidies voor loonkosten. Binnen de handel ontving de groothandel de meeste coronasteun (1,5 miljard euro), daarna volgen de detailhandel (1 miljard euro) en de autohandel en –reparatie (0,5 miljard euro). Na de handel ontvingen bedrijven in de verhuur en overige zakelijke diensten het hoogste bedrag aan loonkostenvergoeding (2,3 miljard euro). Hiervan ging het grootste deel naar de uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling (1,5 miljard euro). Op de gezondheids- en welzijnszorg na zijn de handel en verhuur en overige zakelijke diensten de bedrijfstakken met de meeste werknemersbanen, met respectievelijk 17 en 12 procent van het aantal werknemersbanen in december 2020.
In de horeca werden minder loonkosten vergoed, maar werd veruit het hoogste bedrag uitgekeerd uit de steunmaatregelen voor vaste lasten: 791 miljoen euro. Inclusief loonkostenvergoeding ontvingen horecabedrijven 2,8 miljard euro, 16 procent van de totale subsidies voor loonkosten en vaste lasten. De horeca was in december 2020 goed voor 4 procent van de werknemersbanen.
Meeste loonkosten en vaste lasten vergoed in Groot-Amsterdam
De uitgekeerde vergoeding van loonkosten en vaste lasten aan bedrijfsvestigingen is in 2020 per werknemersbaan het hoogst in Groot-Amsterdam: 3,9 duizend euro. Hier wordt van alle regio’s (COROP-gebieden) ook relatief het vaakst gebruik gemaakt van één of meerdere steunmaatregelen (41 procent van de bedrijfsvestigingen). Daarna volgen IJmond (2,5 duizend euro per werknemersbaan), Het Gooi en Vechtstreek en Zuidoost-Noord-Brabant (beide 2 duizend euro per werknemersbaan).
De meeste regio’s waar gemiddeld minder dan 1 500 euro aan subsidie voor loonkosten en vaste lasten is verleend per werknemersbaan liggen in het noorden van het land. In Oost-Groningen is het bedrag per werknemersbaan met duizend euro het laagst.
Bron: CBS